HET ALTAAR.
Achter hen stonden
tienduizenden gewone mannen
met palmtakken in hun hand te wachten op het Simchat Beit Ha´Sjo´evah,
het Feest van de Waterplenging. Terwijl ze ´t gezin vóór zich in de gaten hield, zag Miryam
dat Kayfoe de gouden kruik van de jonge priester in ontvangst nam. Onder vrolijk trompetgeschal liep Kayafas er vervolgens mee naar ´t Altaar. Het kind fluisterde tegen Miryam:
´Dat betekent dat er morgen regen komt!´
Ze knikte even
& legde ´n vinger op haar lippen
om hem tot stilte te manen. Terwijl Kayfoe ´t water van Siloam
in ´t bassin a/d voet v/h altaar goot, hieven de aanwezigen ´n lied aan. ´ADONAI, GEEF TOCH HEIL! ADONAI GEEF TOCH VOORSPOED! GEZEGEND WIE KOMT IN DE NAAM VAN ADONAI!´ Stilte. ´n Koel briesje blies fluitend door de siertorentjes van de Tempel. Miryam hield haar adem in toen ze zag dat Yehosjoea uit de groep mannen naar voren kwam en met langzame, plechtige schreden naar ´t altaar liep... Hij hief zijn hoofd òp & sloot met ´n enkele blik alle aanwezige Joden
als ´n kudde in z´n armen.
Met krachtige, vaste stem
riep hij zijn volk toe: ´Als je dorst hebt,
kom dan bij mij om te drinken. Er staat in TeNaCH
geschreven dat er stromen van Lévend Water uit je binnenste
zullen vloeien, als je in míj gelooft.´ De woorden echoden al
door de zuilengangen, zodat de pilaren van de Tempel
zijn woorden bevestigend terugkaatsten. Miryam
voelde de tranen over haar
wangen stromen.
Stilte. De Wind.
Niemand die iets durfde te zeggen.
Wie ìs híj? Wie gaf hem het recht haar dòrst te kènnen?
Kayfoe strompelde naar achteren & zocht steun bij de altaarstenen.
De priesters keken met open mond van verbazing en woede toe, maar de menigte zweeg
in alle talen. Verheven. Peinzend. Yesjoea stond daar als een herder voor zijn volk & bood hèn iets totaal & werkelijk levendig gedégen, absoluut werkelijk gewèldigs aan?
Wáter om ook hun èrgste
dorst te lessen.
Maar wáár wàs zùlk wáter te vinden?
En hoe kòn híj het hèn aanbieden? De zon verlichtte hem
met haar gloed en al heel éven léék het alsof zijn gezicht stralender was dan àlle àndere!
Toen deed hij een paar stappen naar achteren & ging weer tussen de andere mannen staan.
Gemurmel steeg op uit de menigte, en voorzichtig probeerde men de draad weer op te pakken?
Er klonk weer trompetgeschal! De muziek zette weer ìn. Er werd weer gedanst. De kleine jongen op Miryams heup zei boven ´t lawaai uit: ´Morgen komt er regen!´ Mir zette het kind naast zijn moeder op de grond & veegde haar tranen weg. Hoe moest ze Yesjoe om dàt wáter vragen? Water niet alleen maar om te drinken & haar verlangen te stillen, maar ook om al haar zonden & gebreken àf te wàssen! Ze ging naast de ingang staan & speurde de gezichten àf van de mannen die daarbinnen
dansten & zongen. Ze móest Yèsj vìnden! Mèt hèm praten!
Ze moest hem om hulp vragen!
Opeens zag ze het grauwe gezicht
van Barak tùssen de feestvierders. Hij kwam op haar àf, wóedend omdat zij zich niet
aan zijn verbod gestoord had & zich zó tòch al op straat gewaagd had?! Ze stak uitdagend
haar neus in de wind & keek de andere kant op,
alsof ze hèm nu niet opgemerkt had!?
Maar toen zag ze iets wat haar koude rillingen bezorgde.
Aan de andere kant van de grote menigte stond Vara te praten met twee kohaniem!
Had híj Miryam gezíen? De moed zonk haar in de schoenen en ze sloeg haar hoofddoek
om zich heen om wèg te vluchten van de Tempel! Ze rende aan één stuk dóór,
totdat ze veilig en wel terug was in haar kamer
boven de schoenmakerij.
Zo voelt de ouwe Mòr zich zelfs ook nu
soms nog als hij denkt aan de grauwgevlerkte geuniformeerden in de lage,
heilige & heidense landen die willekeurig wie dan ook kunnen, willen & zullen gevangen nemen
& opsluiten die hun bevelen niet opvolgt ten aanzien van ´t schieten op bevel, vrij doen
wàt men wìl & gaan of staan waar men
maar wìl!
Erika,
Vledder, Eilat,
Be´ersjeva, Petra, Elji,
Ma´an, Rabbat Ammon, Beiroet e.d.?
Prikkeldraad, staatspolitie, spionnen, cipiers & hun tralies,
willekeur op bevel van lager wal
& ´hogerhand´!
In de borst
&/of in de rug schieten,
gevangennemen,
martelen
etc.