39096dc10/125GEVANGEN. Miryam rende, maar Yesj~~~~
Q&@
HIELD
HAAR TÉGEN.
"WE KUNNEN GEWOON LOPEN," zei hij,
"ER WORDT OVER ME GEWAAKT!"
'Dat was de vorige keer niet zo. Toen belandde je in de gevangenis!'
zei ze & ze keek nerveus naar het bordeel! 'Ik kon daar niet blijven!
'n Boer heeft me ernaartoegebracht in zijn wagen.'
Ze trok haar sjaal over haar gezicht. Niemand was hen nog achternagerend.
"LUISTER EN HOOR WAT IK JE ZEG. ER WORDT OVER ME GEWAAKT!" zei Yesj.
Ze schrok van z'n kalmte. Hij had éven daarvoor nog in wóede úitgehaald,
maar die gemoedsstorm was even snel gaan liggen als deze was opgekomen.
Wáár híj zich ook verschólen hàd, híj hàd nieuwe kleren gevonden ÈN zàg er óók níetmeer úit
als iemand die voortvluchtig was?!
Miryam probeerde haar snelkloppend hart tot rust te brengen. Zij keek naar z'n rechterhand:
er druppelde bloed uit de knokkels die de kaak van de Romein rap gebroken hadden.
'JE BLOEDT,' zei ze.
"'n BEETJE MAAR!" Yesjoe lette niet op zijn wond.
Hij dacht aan andere zaken, vooral aan de graaiende menigte die zich al snel
om hen heen zou verzamelen. Zodra ze in het stadscentrum zouden aankomen,
zouden hij & Miryam niet meer samen kunnen praten. Hij pakte haar handen.
"JE HOEFT NIETS UIT TE LEGGEN. IK WEET DAT JE NIET BENT TERUGGEGAAN
NAAR JOUW OUDE WERK!" Miryam keek hem rustig aan. Haar lippen trilden niet.
'Ik dacht dat ik jou nooit meer zou zien. Ik hield me schuil en was té bàng om
naar jou op zoek te gaan. Yehoedah is 'n lafaard dus ik wist dat híj ervandoor zou gaan!
Ik gaf 'n jongen op straat 'n muntje & hij spioneerde voor mij in de buurt van de gevangenis!
Híj wist me te vertellen dat de quarantaine opgeheven en iedereen vrijgelaten was.'
"Judas is niet laf," zei Yesjoea, "maar zeer geslepen & uiterst slim?
Ik kan me voorstellen dàt hij ondergronds gegaan is!"
Mir keek verbitterd.
'Hij hééft òns BÉIDEN in de steek gelaten! Wat doet 't er verder toe?
Ik ben blij dat jíj níet mèt hèm meegegaan bent!'
Er voel 'n ongemakkelijke stilte & Mir zei:
'Jíj bent voor MÍJ daar gekomen! Wàt gá jíj met MÍJ dóen?'
Yesj reageerde verbaasd.
"JE HÈLPEN NATUURLIJK! WÀT ÀNDERS?"
'WÉÉT je 't ècht níet?'
Toen Yesj niet antwoordde,
zei Mir: 'Géén MÀN WÌL
MÍJ nog meer hebben.
Ik ben voor hen als 'n
afgekloven appel!
Dàt besèf je
toch wèl?'
?
Asih, man, 79 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende