39325gk152¨LieveMoeder, DringErBij Mij Niet Op Aan
Q&@
DÀT ÌK Ú ÌN DE STÉÉK LÁÁT, WANT DÀT DÓE ÌK NÍET!
WAAR U HÉÉNGAAT, GA ÌK HÉÉN, WAAR Ú SLAAPT, SLAAP ÌK,
ÚW VÒLK IS MÍJN VÒLK EN ÚW GÒD IS MÍJN GÒD! WAAR Ú STERFT
ZAL IK STERVEN EN DAAR ZAL IN BEGRAVEN WORDEN!¨
Isaï keek me aan en zei:
´Hóórt u heer Serayah? Ruth was ´n Moavitische,
maar níemand verplichtte haar Moavitische te blíjven!'
Zíj zéi: ¨UW VOLK IS MIJN VOLK¨ & niemand in Israel heeft tegen haar gezegd, wègwezen jij,
gá terùg náár jouw éigen land! Waarom niet? Omdàt we besèffen dàt een mèns vríj is òm te kíezen
bíj wíe hij wìl hóren, wáár híj wìl léven èn stèrven!´
Noömi zàg dat Rùth nú àl vàstbeslóten wàs & zij drong dááròm niet langer meer áán!
Ze was weduwe, maar ze was niet àlléén, zij zou de rest van haar leven steun hebben aan Rùth!
Samen trokken ze dóór Benyamin & Yehoedah tot ze bij Beth Lechem kwamen.
Ze bleven dáár omdat Noömi in die stad geboren was!
Sommige vrouwen daar herkenden Noömi & riepen opgewonden:
¨Is dàt niet Noömi?¨
Maar Noömi zei: ¨Nóem míj níet Noömi, nóem míj MÁRÁH,
want God heeft míj bìtter verdríet áángedaan!¨
´U moet weten heer Serayah dat met het woord ¨MARAH¨ àlles wat bìtter is wordt aangeduid!
Maar ´t is misschien nòg belangrijker om te weten dàt ´n mènsch zèlf ´n náám kàn kíezen
die ´t bèste bíj hèm pàst?!
U herinnert zich misschien dat mijn overgrootvader Mérèd, ¨de opstandeling¨,
zijn naam veranderde in SÀLMÁH, omdat hij voortaan ook
geen opstandeling meer wilde zijn!?
Zó kóós óók Noömi voor de náám MÀRÁH omdàt het leven háár zó bìtter vóórkwàm,
maar om u niet in de war te brengen zal ik haar in mijn verhaal
Noömi blijven noemen.´
✡
?
?
Asih, man, 79 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende