39344gk165 Eliav wierp zich subiet voor Sjmoe´el ~
Q&@
OP
ZIJN KNIEËN
EN JAMMERDE LUID:
¨UWE HEILIGHEID, VERGEEF MIJN
VADER TOCH ALSTUBLIEFT ZIJN ONEERBIEDIGE
GEDRAG?! HIJ IS BEZORGD OM ZIJN KINDEREN,
DÁÁR KÒMT HET ALLEMAAL DÓÓR!?
MAAR U KUNT MÍJ GERUST TOT KONING ZALVEN,
WANT IK BEN GROOT, STERK EN GEHOORZAAM
AAN HET PROFETISCHE WÓÓRD.¨
´U bènt toch die engerd van ´n profeet die de koning van Amalek
tot hondenvoer verwerkt heeft?´ schreeuwde m´n vader.
´Dat móest van Gòd,´ mompelde Sjmoe´el!
´Me neus!´ riep mijn vader & hij zwaaide met z´n gebalde vuist door de lucht.
´Dàt móest ú vàn úw éigen háát tégen búitenlanders! Wáár of níet?´
Aan Sjmoe´els zwaar behaarde gezicht was niet véél te zíen,
maar volgens mij keek hij vertwijfeld vàn mijn wóedende váder náár m´n zwijmelende broer
aan z´n voeten alsof hij níet meer wìst wàt híj nú moest dóen of zèggen?
Tóen riep hij vanuit zíjn báárdhaar: ´STÌLTE! DE HEER ZEGT ÏETS, LAAT ME LUISTEREN!´
Hij zètte z´n hànd àchter z´n óór. God heeft nog nooit íets tegen míj gezègd, dus ìk spìtste m´n oren,
maar hoorde niets behalve ´n ìndrìngende stìlte! De profeet had blijkbaar betere oren dan ik?
Hij boog zich voorover naar Eliav & zei: ´Het spijt me,
jij bent het níet.´
ELIAV SPRONG ÒP EN SCHREEUWDE:
¨WAARÒM BÈN ÌK HÈT NÍET? ÌK BÈN DÉ ÓUDSTE
ÈN DÉ STÈRKSTE VÀN ÀL MÍJN BRÓERS!¨
¨GÒD KIJKT NÍET NAAR HET UITERLIJK,¨ ZEI SJMOE´EL.
¨HÍJ KÍJKT NÁÁR HÈT HÀRT.¨
¨O NÉÉ?¨ RIEP ELIAV.
¨KÓÓS HÍJ NÍET VÓÓR SJA´OEL ÒMDÀT DÍE MÈT KÒP
ÈN SCHOUDERS BÓVEN DÉ MÈNSEN ÚITSTÀK ÈN
ÒMDÀT HÍJ KNÀP WÀS?¨
Sjmoe´el gromde iets dat ik
niet kon verstaan.
Tóen ríep hij úit:
¨HEER ISAÏ, LÁÁT ÚW
ÀNDERE ZÓNEN
KÓMEN!¨
~
Asih, man, 79 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende