QQleQ
TIJDENS DE EERSTE
DRIE EEUWEN VAN DE ISLAM
zijn er nog interpretaties van de Koran als bron van wetten in overvloed!
In ´t uitgestrekte Omajjadenrijk, van soennitische gezindte, heeft elke stad en soms zelfs iedere wijk
zijn eigen sharia, z´n islamitisch rechtsapparaat & ´t kalifaat zelf neemt vrijheden met de wet v/d islam?!
Niet zelden ontaarden die verschillende interpretaties in strijd en deze toestand duurt voort onder de heerschappij v/d eerste Abbasidische kalief!?
De tweede kalief, Al-Mansoer, maakt zich zorgen om de berichten die hem bereiken en om de ogenschijnlijk alles beheersende anarchie?
Hij vraagt aan een vermaarde theoloog, Malik {gestorven in 795} de regels v/h islamitisch rècht òp te stellen die overàl gaan toegepast zullen worden!
In eerste instantie wijst Malik dit voorstel af, uit vrees dat een unieke waarheid ´n dodelijke slag zou kunnen toebrengen aan de rijkdom & verscheidenheid v/d leer v/d islam?
Hij zwicht voor de kalief wanneer deze aan hem vraagt om de tussenoplossing te kiezen voor de problemen die er zich voordoen, dat wil zeggen àf te zien v/d oplossingen die hij te mallotig vindt, of juist té strèng, & die de religie allebei op dezelfde manier schade berokkenen?
Om de regels v/d FIQH, de jurisprudentie, op te stellen beroept Malik zich allereerst op de Koran, waarvan twee- tot driehonderd verzen handelen over de sociale sociale wetten, voornamelijk familierecht {huwelijk, echtscheiding, getuigenis, erfenis, de opstelling van contracten, rente e.d.}!
Hij preciseert de regels met ´n beroep op de Hadith, de woorden v/d Profeet, waarvan er dan al honderdduizenden circuleren, en kiest daaruit díe verzen die hem wel oorspronkelijk genoeg lijken om ze te boek te stellen in één corpus, de Al-Muwatta.
Als andere verwijsbronnen neemt hij de SIRA, het leven v/d Profeet, & de consensus onder de gemeenschap, om te beginnen die van de oude wijzen uit Medina......