BELÀSTINGÒNTDÚIKERS:
DEGENEN DIE WÈL JÓÓDS WÁREN
MAAR DÉDEN ÀLSÒF DÀT NÍET ZÓ WÀS:mensen dus die liever als Griek of Romein te boek wilden staan
& wìlden òfferen aan de véle góden van de antieke wereld, maar werden gedwongen
om zich te registreren àls Jóód? De
Fiscus Judaicus hield géén rekening met àfvàlligheid & Suetonius vertelt dat hij eens had gezien hóe iemand die van fraude werd verdacht,
in het openbaar móest tónen
ònbesnéden te zijn!
Toen Domitianus´ opvolger Nerva aan de macht kwam,
was de hervorming van de Fiscus Judaicus één van zijn eerste maatregelen
en hij liet zelfs munten slaan òm onder de áándacht te brengen dat hij ´n einde gemaakt had
aan de mìsstanden!
De Griekse historicus Cassius Dio
lijkt ´n beschrijving te geven v/d hèrvòrmde belasting
als hij schrijft dat ze opgebracht werd door ´Joden die hùn
vóórouderlijke levenswijze voortzetten´?!
Mensen die zich afwendden
van het Jodendom, hoefden voortaan die Fiscus Judaicus níet meer
àf te dragen! De Romeinse overheid had zó ´n wettelijk kader geschapen: ´n Jood moest die Fiscus Judaicus àfdragen èn zich hóuden áán de Wèt van Mosjeh, maar hoefde niet te offeren
aan de véle góden.
Christenen werden voortaan
níet lànger beschouwd àls Jóden, hoefden de twee drachmen niet te betalen èn de Wet van Mosjeh
niet te onderhouden, maar werden wèl geàcht zich te gedragen àls niet-Joden! Zíj moesten ¨dus¨ deelnemen aan de stedelijke culten & riskeerden de doodstraf
als ze dàt níet déden?
Anders gezegd:
voortaan waren ´Jood´ en ´Christen´ wèttelijk vastgelegde termen
en terwijl de eerste een religio licita uitoefende, een tóegestane cultus,
beleed de ander een superstitio, ´n bíjgeloof! Juridisch waren die twee dus geschéiden wégen gegaan... Wetsgetrouwe Christenen hadden een keuze ~
maar níet làng meer...
Híer scheidden onze diverse wégen?
In de voorafgaande verhalen is gewezen op deze groeiende verschillen
tùssen de volgelingen van Yehosjoea en de ´andere Joden´! Wat ooit begònnen wàs àls ´n Joodse groep met eschatogische verwàchtingen èn ´n éigen HALACHA, was door SP verbreed door niet-Joden toe te laten. Voor hèn golden de Noachitische Geboden (of ´n vroege vorm daarvan),
meenden de betrokkenen, maar er waren ook Joden die dáár
níets van moesten hebben!
De eerste rabbi´s
probeerden de Joodse wereld òpníeuw te organiseren,
maar hùn gezàgsclaim was voor veel volgelingen van Yesjoe ònáánváárdbaar,
waarop althans enkele synagogen sommige aanhangers van dé Wèg begonnen uit te sluiten!
In dezelfde tijd legden de Romeinen de grens vast van wat zíj aanvaardbaar vonden:
Jóód-zijn was toegestaan, mits men de Fiscus Judaicus betaalde
èn de Wet onderhield; Christenen hoefden de twee drachmen
níet af te dragen èn de Wet niet te onderhouden,
maar waren kwetsbaar voor vervolging.
In feite
waren Jodendom en
Christendom nu juridisch gedefinieerd
als de toegestane en de niet-toegestane
vorm van wat oorspronkelijk
hetzelfde gelóóf
wàs.