42442 38 Vijanden/bezetters/bevrijders/kolonisten?
QQleQ
Aan beide zijden
konden wij voor beroerde
consequenties komen te staan!
´Doe maar naar gelang
de omstandigheden´,
dat kregen zij als mijn order mee:
je kreeg toen natuurlijk twee standpunten.
De één zei: ´Ik heb liever dat ze thuis blijven,
je weet maar nooit wat de moffen gaan uithalen´,
maar anderen zeiden:
´De Puttenaren zijn ònschùldig,
de mòffen kùnnen hen niets doen,
dus laat ze maar naar de kerk komen.´
Melkman Verhey,
die in 1942 samen met anderen uit zijn woonplaats Scheveningen was geëvacueerd,
had zich, gewaarschuwd door zijn buurman die in de kerk had gehoord van de razzia,
àchter het huis van zijn gastheer
verstopt.
´Toen we even later voor het hèk stonden,´
vertelde hij in ´47,
´ZAGEN WE OVERDIJK
OVER DE KORENLAAN KOMEN,
DIE ÒNS TÓERIEP:
¨Máák dat je wègkòmt, want ze schieten je zóó néér!
Wáárschuw àlle mànnen,
stòp ze wèg!¨
HIJ ZEI ´T ZÓÓ STIEKUMWÈG,
HÍJ HÉÉFT DE MÒFFEN ÈCHT GESABOTEERD! [...]
Tóen zijn we naar bìnnen gegáán.
Ik ben toen gaan eten èn direct ná het eten gearresteerd!
Ten slotte kwamen de Duitschers, er was ook een Hollander bij
(de schoonzoon van Goede,
den slager) & ik moet eerlijk zeggen:
zóó hebben ze gestaan, met de oogen neergeslagen
en ze klopten me op de schouder en tegen mijn vrouw,
die maar stond te huilen,
zei ´n mòf:
¨HET KÒMT WEL TERÈCHT!¨
Mijn buurman zei nog: ´Ìk ga níet wèg,
ik word liever híer dóódgeschoten dan ìn de kèrk!´
Ik hóór het hèm nòg zèggen [...]
Hij loopt naar bóven toe, de politie staat in de gang.
Hij had net een stukje kaas en dat verstopte hij daar bóven,
voor z´n vrouw en zijn kinderen!
De Duitschers wáren al wèg,
alleen die Hollander stond nog in de gang.
De Hollander bleef in huis en ging zelfs naar boven.
Hij zei nog:
¨ZOU JE NIET ÒPSCHIETEN?¨
Hij bracht ons weg tot de Harderwijkerstraat,
waar we door moffen opgevangen werden. [...]
Ik ben toen met hem méégegáán. Dijkhuis & Verboeien [Van Boeijen] óók! [...]
Wij zijn gewoon naar de kerk gewandeld, anders niet.
Hij bleef bij ons aan de Harderwijkerstraat,
verder niet. Daar stonden de moffen met geweer in de aanslag!
De Duitsers i/d patrouilles voerden hùn òpdracht níet àllemáál hetzèlfde úit!
Sommigen zouden zich als ware bruten hebben gedragen (´n directe getuigenis daarvan
is er overigens niet?!), ànderen hielden zich juist òp de àchtergrond!
Politieman Alberts had geen enkele last
v/d Duitsers gehad!
BIJ DE MEESTE HUIZEN BLEVEN ZE GEWOON OP DE WEG STAAN
& LIETEN MIJ MIJN GANG GAAN! ZE HEBBEN ZICH NÈRGENS OVER ÚITGELATEN [...]
MIJN COLLEGA´S HEBBEN WÈL ÀNDERE DUITSCHERS ERBIJ GEHAD,
DIE DE DEUR ÌNTRAPTEN ALS DIE
ÒP SLÒT WÀS?!
Als mensen hem vroegen
wàt het bèste wàs, gáán òf níet, antwóórdde hij:
¨IK MOET JULLIE DÌT VERTÈLLEN, DAT IS MIJN OPDRACHT.
MAAR JÙLLIE MOETEN HET ZELF WETEN, WAT JE DOET,
DAT LÁÁT ÌK ÁÁN JÙLLIE ÓVER!¨
Als ik gezegd had:
¨BLIJF MAAR RUSTIG ZITTEN!¨
en er was huiszoeking gekomen,
dan had ìk het óók op mijn dàk gehad!
Maar bakker Elbertsen herinnerde zich wat ànders.
Hij was zo die morgen vroeg het vee nog gaan voeren!
Toen hij van de razzia hoorde,
verborg hij zich op zolder!
En om halfdrie ´s middags is hij maar eens gaan éten?
OPÉÉNS KWAMEN DE MOFFEN EN OOK POLITIE VOOR DE BAKKERIJDEUR!
DE POLITIEMAN ALBERTS WAS ER BIJ; DEZEN KENDE IK HEEL GOED. HIJ ZEI:
´Je moet je mèlden op het Kerkplein!
Maak háást, je moet er vóór halfvijf zíjn!´
HIJ ZEI ´T ZÓÓ, DAT IK DE INDRUK KREEG,
DAT HÍJ MIJ RÁÁDDE OM TE GÁÁN?
IMMERS, ANDERS HAD HIJ BEST IETS KUNNEN ZEGGEN ALS:
´Ik moet je melden,
dat je naar het Kerkplein tóe móet´
òf zóó? [...]
ALBERTS WOU ÓÓK NOG HEBBEN, DAT IK MIJN ZÓÓN MÉÉNÀM,
MAAR DE DUITSCHE SOLDATEN ZEIDEN, DAT ALS MIJN VROUW THUIS MOCHT BLIJVEN,
DE KINDEREN ÓÓK NIET HÓEFDEN TE KOMEN! [...]
Ik vertrouwde hem & ik dàcht:
¨HÍJ ZÀL MÍJ NÍET SLÈCHT RÁDEN¨
want ik vond hem wel ´n sympathiek man.
[....] ÌK KÀN U WÈL ZÈGGEN:
ÀLS DE POLITIE
ER NÍET GEWÉÉST WÀS,
DÀN WÀS ÌK NÓÓIT
GEGÁÁN!
Asih, man, 79 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende