BRITSE, DUITSE
EN OOSTENRIJKSE CONSULS,
EN WEL ZO HARTSTOCHTELIJK
DAT DE TURKSE GOUVERNEUR IZZET PASHA BEDACHT DAT HET AARDIG ZOU ZIJN ALS SCHICK ER NOG EEN MÁÁKTE VAN DE HARAM, DIE GEËXPOSEERD KÒN WORDEN OP DE AANSTAANDE WERELDTENTOONSTELLING IN WENEN IN 1873.
Zó kon hij
op een elegant indirecte manier
reclame maken voor de Grote Zorg waarmee de Ottomaanse Regering naar Eigen Zeggen de Heilige Plaatsen van de drie monotheïsmen
omringde?!
Schick voldeed
hier netjes aan en kreeg náást
zijn loon, bij wijze van uitzondering en zeer ongebruikelijk, toegang tot de binnenhoven van de Haram èn tot de opgravingen die plaatsvonden tijdens werkzaamheden ter restauratie aan de funderingen van de Rotskoepel i/d jaren ‘70
v/d 19de eeuw.