92. Zwanger?!

Ik hou van die misleidende titels, hihi!

Neemt niet weg dat ik daadwerkelijk zwanger was en gisteravond bevallen ben. Al was het maar een droom, op dat moment was het levensecht. Toegegeven, er zaten een paar rare details aan... Laat ik bij het begin beginnen.

Ik sloop door een donker gangetje, net breed en hoog genoeg voor 1 persoon tegelijkertijd. De priester liep voorop met een fakkel in zijn hand. Ik hoorde de welbedoelde afscheidswensen van de bedienden nog narinkelen in mijn hoofd. De weeën waren begonnen en dat kon maar weinig goeds voorspellen.
'Sneller, mevrouw!' Ik hobbelde zo goed en kwaad als het ging achter de priester aan. Na wat een eeuwigheid leek kwamen we aan het eind van de gang. De priester ging me voor de trap omhoog, kijken of de kust veilig was. Ik wilde niet langer wachten, bevallen in een steeds donkerder wordende nauwe gang was nou niet bepaald een fijn vooruitzicht!
De tunnel eindigde bij een zwembad. De priester had zich net afgestoft toen hij stemmen hoorde en me zwijgend vertelde dat ik even terug moest kruipen. Het luik viel boven mijn hoofd weer dicht. De priester werd raar aangekeken door de arabische soldaten die hij zag aankomen. Na vijf minuten hachelen liepen ze weer weg en kon ik uit mijn schuilplaats komen.

Vanuit het zwembad liepen we door de binnenstad. Het zag er uit als zo'n oude arabische stad, overal marktstalletjes, mensen en waar ik ook keek mensen die me aankeken. De priester pakte me bij de hand en leidde me door een smal straatje. Ik verwonderde me over het feit dat de baby zich koest hield, voelde me haast schuldig dat alles zo halsoverdekop geregeld moest worden omdat ik dacht dat de baby er aan kwam. Aan het eind van het smalle straatje bleken mijn zorgen onterecht; de baby kwam. Ik zakte ineen terwijl de priester me overeind wilde hijsen.
'Kijk, daar moeten we zijn! Nog heel even, prinses!' Ik zag de glazen beschermmuur staan, maar kon mezelf niet zover krijgen overeind te komen. Dat wil zeggen, tot er drie schepen in de lucht verschenen die ik herkende als militaire voertuigen. Geen haar op mijn hoofd die er aan dacht mijn kindje kwijt te raken aan dat tuig! Ik strompelde richting de trappen van de tempel, in de rug geduwd door de priester. Vol trots zag ik hoe een van de schepen in de lucht werd neergeschoten. Ik was bijna bij de trap dat het tweede schip landde en de soldaten eruit stroomden. Het enige dat ik kon doen was me laten vallen op de trap en hopen dat de baby niet op dat moment tevoorschijn zou komen. De priester dook niet op tijd en werd neergeschoten. De rebellen die uit de tempel stroomden schoten voluit op de soldaten, en na een tijdje hield het vuren op. Ik dacht dat ik de volgende zou zijn, maar een stem haalde me uit mijn gedachten.
'Prinses! Snel, ze zijn neer!' Ik klom op handen en voeten de trap op, tot ik in bereik van de rebellen was en naar binnen gesleurd werd. Ze zetten me tegen een van de glazen muren en gingen verder het andere schip neer te halen.
'U bent er,' fluisterde een bekende stem in mijn oor.
'De baby,' wist ik uit te brengen. Net op dat moment kwam het derde schip te grond en begon het geschiet weer. Ik kroop weg achter een extra beschermingsmuurtje en maakte me op voor de bevalling. De enige hulpmiddelen waren twee oude, kleine theedoeken.
'Nou, daar moeten we het maar mee doen, he?' Even later beviel ik van mijn zoon. Ik was zo kapot dat ik hem niet eens vast kon houden voor ze hem weghaalden. Enkel een kus op zijn hoofd, mijn eeuwige liefde op zijn voorhoofd gebrand. Mijn echtgenoot, de kroonprins, hield gedurende de bevalling mijn hand vast en stelde me gerust. Ze zouden hem veilig houden, ergens anders. Iedereen zocht naar een hoogzwangere vrouw, of een vrouw met een pasgeboren kind. Ons scheiden was de enige manier om onze veiligheid te garanderen.

Een jaar later sloop ik opnieuw door de stad, dit keer met mijn man aan mijn zijde. Ditmaal was het om onze zoon terug te eisen. We hadden ons verkleed als zwervers om niet op te vallen. Toen we stopten voor de nacht en hij zijn cape op de grond had gelegd voor enig comfort merkte ik op dat daar zo'n mooi paleis aan de andere kant van het kanaal stond. Hij keek op en herkende het gebouw als de ambassade van Syrië. We klopten aan en werden binnengelaten. Eenmaal voor de heerser van de ambassade gesteld ontdeden we ons van de zwerverskleding en waren we herkenbaar als wie we waren. We kregen een ereplaats op de slaaprots en vielen tevreden en een stuk comfortabeler in slaap.
Dat we wakker werden kwam iemand aanzetten met een wel heel bijzonder pakketje; mijn kindje! Ik sloot hem in mijn armen en knuffelde hem intens. Het kindje sloeg zijn armen om me heen en huilde van blijdschap. Hij stelde allemaal vragen, over waarom ik hem achter had gelaten en of ik nog wel van hem hield. Ik beantwoordde zijn vragen een voor een en toen werd ik wakker!

Nou, dat soort dingen droom ik dus de laatste tijd. En ze worden steeds meer lucide, al weet ik niet zeker of ik daar blij mee ben. De randomness van dromen doorbreekt zo lekker de sleur!
27 feb 2013 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van California
California, vrouw, 34 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende