Ballade
Ballade van Judas Iskariot en Jehanne van Frankrijk
All these people that you mentioned
yes I know them, they're quite lame
I had to rearrange their faces
and give them all another name.
-Bob Dylan
Het fort ligt ingesneeuwd
in zijn kluizenaarsbestaan
terwijl ik mij langzaam opricht
onder jouw bleke arm vandaan.
Je zegt "waar ga je heen lief?"
en ook "ik hou van jou."
Je meent het geen van beiden
en dat weet je, dus stop maar gauw.
De Harlekijn komt binnen
kijkt naar jouw piëta-tafereel
en zegt "Ophelia o Ophelia
zo blijft er niets meer van je heel."
En de halfblinde burgemeester
kijkt jou aan en draait dan om
hij lacht met de Harlekijn mee
al weet hij zelf niet goed waarom.
En Casanova heeft zich verloren
in zijn eigen woordenbrij
hij brengt je nog af en toe bloemen
maar de reden gaat aan hem voorbij.
Beneden verkopen ze kaartjes
voor de begrafenis van Michelangelo
die zich op jou heeft geworpen
als op een mes, of een andere rodeo.
De arme ziel verbergt zich
voor de volksopstand en hun wraak
en speelt met de aandelenverkoper;
het neefje van Klaas Vaak.
En je vriend, de arme donder
in al zijn eenzaamheid gewond
verdraagt niet langer de stille regen
en spreekt met gebroken mond:
"Jij behoort aan mij geloof ik"
maar wordt onderbroken door een man
die met gezwollen stem proclameert
"er is niemand die ons redden kan."
Dan komt de haai met hoed en maatpak
en de Bisschop met zijn Siamese kat
die jou aankijkt over zijn zonnebril
en zegt "dat is geen muis, dat is een rat!"
En Harlekijn bemint in stilte Assepoester
de nachten zijn hem te lang
hij draagt dan wel zijn zottenmasker
maar maakt al lang niemand meer bang.
Hij steelt in gedachten haar kussen
en iemand zegt "ooit was ze mooi"
maar dat was lang voor ze ons verliet
om zich te vestigen in haar gouden kooi.
En de Kabuki-spelers en geisha's
en de kat met de glazen pruik
dansen op de maat van jouw tranen
die je gebruikt als warme kruik.
Ze dansen voor jouw ogen
voor jouw genot hebben ze zich verkleed
als Jozef, Maria en een schriftgeleerde
waarvan niemand de naam nog weet.
Als de stoet reist over de wegen
zwijgen de wolken en driemaal kraait de haan
de dorpsgek schudt in afkeer zijn hoofd
bij hem slaan jouw dromen niet aan.
En ik ken je te goed, beminde
ik weet dat jij mij zo vaak al verliet
je woorden zijn doods en onbetrouwbaar
en je kussen bedriegen mij niet.
De brief die ik je gisteren schreef
beantwoord hem niet te snel
je liegt al voldoende zonder haast
en ik ken je antwoord toch al wel.
Nee schrijf mij maar helemaal niet meer
de lucht is koel, bij jou vandaan
terwijl ik uitkijk over alles dat stil is
vanuit het fort: mijn kluizenaarsbestaan.
Wolfe Tone, man, 39 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende