Ik wil lopen tot de maan mij stoppen zal, tot mijn zonden zijn vergeven en ik weer dansen kan. Van geluk welteverstaan, want dansen van geluk is iets wat ik altijd heb gedaan vanaf het moment dat ik niet meer vliegen kon. Vliegen is één van de dingen wat ik ben verleerd, maar nooit ben vergeten. En het deed mijn hart zeer dat het zweven mij niet meer lukte.
In de vergane glorie, ving ik een glimp van het moment dat je mij verliet; Ik weet nog dat ik je nariep "Vergeet niet aan me te denken, alsjeblieft!" en danste nog éénmaal.