de dag er voor

zoals normaal was het gewoon een dag als alle andere
kreeg een opdracht en ging mijn weg,

altijd door het bos, alleen de monsters gaan door het bos alleen
de mensen gaan nooit alleen, en zij die dat doen zijn gek.

ik liep dus met een lach het bos in, mijn dochters gedag gekust, de oudste een dikke knuffel gegeven
want die zou naar de stad gaan om te logeren.
me vrouw die ochtend nog gegeven dat wat liefde is.

na genietend van het familie leven en het dorps leven, rustig en bekend, zo liep ik naar mijn werk plek
de plek waar mijn werk is is nooit het zelfde, altijd ergens anders maar altijd door het bos.
en het bos is prachtig, duister en doch een schoonheid van puur en frisheid.
een wonder met de dieren en de bloemen die je nergens anders vindt.

mijn weg naar mijn werk is een waar genot, heerlijk ontspannend helder
zo kan je je hoofd leeg maken van emoties die mogelijk het werk kunnen belemmeren.

en ach je gaat altijd even langs de herberg, een drankje en een rookertje,
en dan aan de slag.

dit keer moest ik met het openbaar vervoer, en nee dat is niet de bus of de trein.
gezien dat ik goede vrienden ben met de bestuurder kan ik met regelmaat gewoon mee,
geen pas geen controle.

mijn opdracht was in de stad, en even dacht ik aan mijn oudste, als ik die maar niet tegen kom.
maar de stad is groot en ik moest totaal ergens anders zijn,
de kans zou te klein zijn om zorgen over te hebben.

de vlucht was dan ook verder op die gedachte na een genot.
een prachtig uitzicht op het maan kasteel ten noorden en de heuvels van het oosten.
soms kon je nog het kasteel in de bergen zien maar vandaag was het niet zo helder.
graag zou ik daar weer eens zijn, de rust daar smaakte nog beter dan in het maan kasteel
en ach misschien was dat het wel, het maan kasteel adverteerde er zo mee dat de rust daar zo goed was
en het kasteel in de bergen ten oosten die verhaalde niet, nimmer.

de stad kwam spoedig dichter bij en de rook werd te veel om nog maar iets te kunnen herkennen.
ook in de stad was een kasteel, ze noemde het het kristallen kasteel, maar zo mooi als kristal was het niet meer, aangeslagen en dof door de vervuiling.
en dan de aanbouwen, vol technologie en hyper moderne architectuur.
daarnaast was het een soort fort geworden, geen hoek was onbewaakt, dan wel met soldaten of robots.
een hel waar ik heen moest,
in de zuid oost hoek van het kristallen kasteel zou mijn doelwit zijn,
een arts die bezig was met een middel dat specifiek bepaalde bezoekers zou doden.
en gezien mijn connecties met vele bezoekers was het niet zomaar een opdracht maar ook persoonlijk
want mijn overgroot schoon ouders zouden getroffen worden.
mijn bloed zou nooit het doelwit worden, blauw is blauw, en niemand zou blauw aanvallen.

ik stapte uit bij de kerk, de oude kerk die er nog stond uit de tijd dat er nog geen bezoekers kwamen,
uit de tijd dat men nog geloofde dat er een god was.
een mooie plaats en bijzonder kalm, ondanks de onwetendheid die het gebouw huisde was het wel oprecht en kalm.
zelfs ik kwam er graag, ondanks mijn werk.

van daar uit kon ik makkelijk de omgeving voor een laatste keer verkennen, want ik ging nooit van de info uit die ik kreeg,
je kan er niet op aan wanneer je een opdracht krijgt dat je de juiste info krijgt,
zij die anderen dood willen zullen nimmer dat respect voor de uitvoerende hebben dat ze voor zich zelf hebben.
enzo was het simpel, duidelijk , de info was nagenoeg correct, en misschien wel correct toen het werd opgenomen, slechts een verandering leek er te zijn,
waar er twee soldaten moesten staan volgens de info was er nu een tweetal robots.

dit zou mijn voordeel moeten zijn, soldaten zijn lastiger, vaak gevaarlijker en helderder.
robots kan je makkelijk ontwijken door dat ze niet zo veel input kunnen verwerken als mensen dat kunnen of bezoekers.
en mijn geluk was dat er geen bezoekers waren, want dan zou het practisch onmogelijk zijn om de kerk uit te kunnen komen.

de gangen die ik door moest waren allemaal electronisch bewaakt en slechts bij de trappen en liften zouden er mobiele bewakers zijn.

en dat was ook zo.

het blauwe bloed was en is een gift, en natuurlijk ook een vloek, want het is niet altijd positief.
de heen weg was makkelijk en simpel, bijna alleen maar robots die niet schreeuwen of anderzijds geluid maken als je een zwaard gebruikt.
dit was dus mijn voordeel,

na wat kruip en sluip werk en het nodige vernietigen was ik eindelijk daar waar ik moest zijn,
de arts was in zijn laberatorium, een kleine ruimte, koud verlicht en steriel.
het was een mens, makkelijk te herkennen aan het rode bloed.
maar het ging te makkelijk.

ik moest weg en snel, dit was te makkelijk.
zelfs de info had me kunnen aanduiden dat het te makkelijk was,
waarschijnlijk omdat de arts een hart check op zich had.
zeldzaam maar effectief
een chip in de hersenen die zowel de hart functie als hersen functie monitort, en daarnaast werkt als lokalizer.
de eerste paar gangen waren rustig, tot in de eerste grote hal, overal trappen, links rechts naar boven en overzijnde naar beneden en omhoog.
een soort kruispunt in een complex wat zijn naam eer aan deed, complex.
hier was het dat er plots twee soldaten de trap op kwamen rennen, en wild schoten in full auto
niet dat zij een probleem waren, maar in combi met een nieuwe robot die om de hoek kwam zetten maakte het een lastige combi.
de twee soldaten gingen eerst, dit was simpel, maar maakte mij kwetsbaar voor de robot.
bij het neervallen van de twee soldaten was de robot angstig dichtbij gekomen, en schoot zeer gericht
dankzij het blauwe bloed kon ik makkelijk bewegen, en redelijk goed ontwijken, en mij zo manouvreren dat ik achter de robot uitkwam , slechts met enkele schrammen.
ik haalde uit met mijn zwaard, en het was gedaan, maar van uit mijn oog hoek zag ik hem
de sluipschutter die mij als opdracht had.
een schot klonk zacht, gedempt, maar hoorbaar voor de kenner.
een nieuw geluid, en dus was het een reflex om te kijken, en daar was het gebeurd
een pijl in mijn borst kast, net boven mijn hart,
mijn reflex was goed, want hij overleefde het niet om te vieren dat hij geraakt had.

van toen af werd het een waas van geweld,
zij hadden hun kaarten gespeeld, alles dat ik zou tegen komen was minder dan ik gehad had.
dit was mijn redding.

doch verontrustend want ik kon niet de weg terug die ik had geplanned en kwam langs gangen die mijn gemoedsrust nog meer verstoorde.

uiteindelijk kon ik naar buiten en vluchten via het dak naar het strand.
je zou denken het strand, open en kwetsbaar, maar hier was dan het voordeel van de dorps bewoner,
de duinen zijn thuis.
na een korte achter volging die kort was door accuraat vuur, kon ik een landings plaats van een bevriende bezoeker bereiken, deze bracht me naar het bos.

en van daar te voet weer naar het dorp
22 jul 2008 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van monster
monster, man, 47 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende