De kou
Ze probeerde haar handen warm te wrijven, maar het was tevergeefs, ijskoud bleven ze.
Koud als ijs, net als de rest van haar lichaam. En niet alleen haar lichaam, maar ook daarbinnen.
Haar hart, haar ziel, alles was koud. Het was bevroren. En hoe hard ze ook probeerde, het bleef koud.
Nooit zou er meer een warme glimlach te zien zijn op haar gezicht. Nooit zou ze meer zijn zoals ze was geweest. De winter had haar in zijn macht. De winter had haar lichaam eigen gemaakt.
Want wanneer je het vuur dooft, zal de kou toeslaan. Dat was haar duidelijk geworden.
Maar hoe kon ze, nog als een kind zijnde, weten dat ze het vuur had gedoofd? Ze had het niet geweten,
maar de winter was genadeloos, en had haar nu te pakken.
Ze was de kou zelf geworden.
Zarah, vrouw, 13 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende