Ondanks wat ik mijn vorige stukje zei, kan je familie ook wel degelijk uitzoeken. Je moet alleen niet letten op de nietbestaande bloedband.
Aangezien ik heb ontdekt dat het niet verkeerd is om over je situatie te praten, weten er veel mensen wat er precies aan de hand is. Zo ontwikkel je ook banden met mensen waarvan je niet had gedacht dat ze achter je staan of haal je oude banden weer aan met mensen.
Zo heb ik dat ook gehad met Dineke. De moeder van Jess en Joyce. Dineke is mijn surrogaatmoeder. Zij is degene bij wie ik de hele dag kan gaan zitten hangen. Aan wie ik alles kan vertellen en bij wie ik het idee heb, dat dat het algemene voorbeeld moet zijn van de perfecte moeder. Ik zeg niet dat ze perfect is, niemand is perfect. Maar alles met elkaar, is ze het wel.
Zij is degene met wie ik over mijn moeder kan praten en zij is degene die met een kopje koffie voor me klaarzit. Zij laat zich niet door mijn aanwezigheid tegenhouden, om andere dingen gaan doen en hetzelfde geld andersom ook. Ze behandeld me gewoon als een van haar kinderen.
Dat soort liefde doet me goed. Het feit dat ik zeker weet dat er iemand 'volwassen' voor me klaarstaat, waarbij ik met mijn problemen terechtkan, omdat ik dat niet kan bij mijn familie. Ik vertrouw ze gewoon niet.
Dank je wel, dat je er altijd voor me bent!