Zondag is het alweer drie jaar geleden.
Ik word er verdrietig van, maar ik merk wel dat het langzaamaan minder pijn gaat doen.
Ik mis mijn vader nog steeds en helemaal waar het gaat om grote keuzes in mijn leven.
Ik mis zijn advies en zijn stem. Ik mis het dat ik mijn armen niet meer om zijn nek kan slaan.
Ik mis de grapjes, die we maakten tijdens het avondeten en de kleine vertederende gebaren, die hij maakte, wanneer hij niet wist hoe hij zijn gevoel moest uiten.
Ik probeer altijd terug te denken aan de mooie herinneringen, maar de lijdensweg staat zo op mijn netvlies gebrand. Helemaal, de dag dat hij thuis werd gebracht om te sterven.
Ik hoor mijn moeder nog zeggen, dat ik niet mocht kijken toen ze hem binnen brachten. Ik kon er niks aan doen, maar ik keek automatisch. Ze had gelijk. Ik had het niet willen zien. De pijn op zijn gezicht, het verdriet in zijn ogen. Gelukkig had hij een glimlach toen hij stierf. Hij zag er zo vredig uit. De pijn was eindelijk weg.
Het blijft oneerlijk. Ik had hem zo hard nodig en ik heb me zo lang stuurloos gevoeld zonder hem. Het is ook niet eerlijk dat we maar zo kort hadden. De dokters zeiden dat hij zeker nog vijf jaar zou hebben. Die vijf jaar werd uiteindelijk acht maanden.
Ik ben wel blij dat ik in die periode zo vaak bij hem ben geweest en nog zoveel samen heb kunnen doen, maar het blijft gewoon kut.