droom

DROOM.



Ik loop door een weggetje, donker en alleen. Als ik goed kijk, zie ik een licht, een groot licht. Ik stap naar het licht toe en het wordt steeds feller en feller. Ik krijg pijn aan mijn ogen. Eventjes zie ik alleen maar een witte schijn, tot ik weer kan zien. Nu zie ik alles en iedereen. Overal mensen, huilende gezichten van vreugde of verdriet, het maakt niet uit want ik geniet.. van al die mensen rond mij heen. Voor een tweede maal krijg ik pijn aan mijn ogen en als ik ze open doe, zie ik niks. Iedereen is verdwenen, al die mensen met hun vreugde of verdriet. Er is gewoon niets meer. Ik ben alleen. In de verte hoor ik een geluid, als ik goed luister, hoor ik dat het een druppel is die neervalt in een plas, telkens opnieuw en opnieuw. Ik wil weten wat er gaande is, dus stap ik erop af. Eindelijk aangekomen bij dat geluid. Ik zie het! Het zijn tranen. Iemand huilt hier, maar wie? Terwijl ik aan het denken ben, voel ik nat op mijn wang. Het is een traan, het is mijn traan. Dit zijn mijn tranen, ik huil! Waarom huil ik, heb ik pijn? Ja, dat is het. Ik heb pijn.. maar waar. Ik nergens een wonde, ik zie alleen een val. Ik val, ik val diep ergens in een put. Nu zit ik vast, vast in die diepe put. Opgesloten en alleen, proberen heeft geen enkel nut. Ik kan gewoon nergens heen. Ik zit vast, maar nu in een donker gat. Ik weet niet wat er voor mij staat, ik zit gevangen als een rat, die iedereen en alles haat. Ik zit vast, vast in een lang hol. Wat kan er nu nog gebeuren? Draaiend als een snelle tol, voel ik alles rond me verscheuren. Ik weet het wel, ik zit gewoon vast, vast in alles en iedereen. Ik zit gewoon vast, vast in dit gescheurde hart, ik zit gewoon vast. Ik sluit men ogen en probeer te slapen, want hier uitgeraken zal me nooit lukken. Zachtjes voel ik me in slaap vallen…Na een tijd voel ik mijn ogen weer open gaan, ik ben wakker. Maar…ik zit niet meer vast, ik zit op wolk. Ik ben vrij! Neen, ik ben niet vrij. Ik ben een ster. Ik glitter en ik schijn, ik schitter zo mooi, ik wordt bewonderd. Ik ben groot..maar toch ook klein. Ik word door iedereen overdonderd, mijn schoonheid is mijn geloof. Elke keer opnieuw, al hopend dat ik niet uitdoof.. helaas, te laat, weeral gedaan. Ik ben hopeloos.
Ik word zwart en plots val ik naar beneden, ik ga peilsnel. Ik ga dood. Of ben ik al dood?
Wat ben ik? Waar ben ik? Nee, sterker nog, Wie ben ik? Ik weet het niet, misschien kan ik op zoek gaan naar mezelf, naar hoe ik noem, hoe ik ben, hoe ik eruit zie. Waar moet ik dan beginnen en waar moet ik eindigen? Of is er geen einde? Niet treuzelen, gewoon zoeken. Uren en uren loop ik te zoeken, naar mij, naar mezelf, naar ik! Maar die “ik” is niet te vinden.. Ondertussen loop ik op een normale weg met bomen en bloemen, bloemen in alle kleuren en geuren. Door het geluid van de fluitende vogels en het zicht van al de natuur,voel ik me gelukkig. Met een grote glimlach blijf ik verder lopen, alleen loop ik nu sneller en sneller. Het lijkt zelfs of ik zweef, ik kijk naar mijn beneden en ik zie dat ik niet meer loop, ik vlieg, ik ben aan het vliegen! Het uitzicht is prachtig, zoiets ongelofelijks mooi heb ik nog nooit gezien. Neen, ik vertraag, dat mag niet. Ik val..ik val naar beneden en heb geen parachute. Ik zie de grond onder mij steeds dichter en dichter komen tot…BOEM!! Hier lig ik dan. Weeral eenzaam met niemand rond me heen. Maar nu geef ik op..ik kan niet meer..
17 feb 2005 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van margow
margow, vrouw, 34 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende