Een sprookje voor Manoa* [6]
Vrijdag 26 januari 2007
We liggen op een witte wolk boven zee. We zijn zo licht als waterdamp en we dragen lange witte gewaden. Verderop zien we het wolkenkasteel waar de goden wonden. Niemand is er ooit binnen geweest en ook hier bestaan de verschillende religies. Er waait een koele bries langs onze blote armen, maar we hebben het verre van koud. We zweven boven de wolken en komen mensen tegen die precies op ons lijken. Ze groeten vriendelijk, maar lijken niet in te zijn voor een gesprek. We voelen ons eenzaam en tegelijk gelukkig en vrij. Beneden ons zien we de contouren van een klein eiland. We verlangen ernaar terug op aarde te zijn, om weer mensen te zijn. Een vliegtuig breekt op een geringe afstand van ons door de wolken. We zwaaien, maar geen der passagiers lijkt ons te kunnen zien. Na een tijdje komen we steeds meer andere wolkenmensen tegen. We volgen de stroom en komen terecht op een wolkenmarkt. Alles is er wit. De kooplui bieden verschillende voorwerpen aan, maar wij kunnen geen onderscheid maken tussen de pluizig witte voorwerpen. Zo is het dus in de wolken, denken we. Vroeger lagen we wel eens op onze rug op het gras en verlangden we daar boven te zijn, maar eerlijk gezegd valt het best wel tegen. Toch leer je er jezelf kennen. We zweven nog wat rond en besluiten dan maar weer te gaan slapen. Een wolk die enigszins op een bed lijkt doet daar voor ons ook dienst toe. Slapen wil niet erg lukken, maar uiteindelijk zijn we toch weer op onze verre reis naar dromenland. Prachtige dromen wisselen elkaar af en we zien op tegen de morgen; de morgen van wakker worden in een oude, bekende omgeving. We blijven slapen.
Jeananas, vrouw, 35 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende