ave,
zo waar als het hier is geschreven,zweer ik dat elk woord niet gelogen is,
het verhaal is enkel een verzinsel van mijn hersenschimmen,
een reis in mijn fantasie...
en ik hoor graag een eerlijke mening,
of dit verhaal leuk en of spannend genoeg is om er ooit wat mee te doen...
misschien iets cliché, maar dat geeft toch niet?
donkere wolken verzamelden zich rond om den theeklipper...
de wind blies hard,de wolken lieten met een gebrul hun onweersbui los,terwijl de klipper verder en verder het onheilspellende weer in vaarde...
den schip was nu overgeleverd aan de genade van den grote golven,
den houtenschip piepte en kraakte zijn klaagzang in het helse weer...
den kostbare lading schooft door de hele laadruimte heen,
dat kon nooit goed gaan...
op den dek,eenzaam, stond een schim aan de roer...
het was de kapitein zelf,
den enige die dapper en dwaas genoeg was om zich buiten te tonen in deze helse weer...
met een ijzeren grip hield hij het stuurwiel recht,
onder zijn neus herhaalde hij zachtjes de volgende woorden constant;
''Neptunus,u zult mij vandaag niet krijgen,vandaag niet...''
terwijl den theeklipper sneller en sneller,
dieper en dieper de storm in vaarde ,
en de bliksemschichten rond om het houtenbootje zich een weg naar beneden zochten,
riept de eenzame kapitein; ''abdoe!! breng me de thee...''
de woorden galmden diep in de duisternis van den storm ...
den bemanningsleden die van uit de kajuit van de schip naar hun kapitein keken,
werden lijkbleek...
sommige sloegen zelfs angstig een kruisje...
de oude bootsman mompelde met een pijp in zijn mond;
''is hij nu helemaal gek geworden?! dit is geen gewone storm, o Neptunus behoed ons van een waterige graf''
maar zo trouw als de bootsman was naar zijn kapitein,
haalde hij snel een dienblad met een kop en schotel, een grote theepot vol met heerlijk geurende thee, en een flink stuk touw...
de beste bootsman bond de touw om abdoe, een kleine dun jongetje van Indisch komaf ,
en zei; ''zo abdoe je hebt de beste kapitein gehoord, breng hem zijn thee...
Neptunus zal je niet kunnen pakken,wij houden je vast met deze touw...''
de beste jongen slikte, pakte de dienblad stevig vast en liep naar buiten...
met veel moeite om zijn evenwicht te bewaren, liep hij langzaam richting de kapitein...
''aaaa,is het geen heerlijk weer voor een kopje thee om je ziel te verwarmen,jongen...''
riep de kapitein,terwijl een bliksemschicht de boegspriet raakte en doormidden spleet...
''schenk nou de thee in,waar wacht je op jongen'' riep de kapitein vervolgens...
abdoe probeerde de thee met een vaste hand in het kopje te schenken ,
wat heel moeilijk was door de hevigheid van den storm...
maar hij wist dat de kapitein niet van morsen hield...
een menig voorganger heeft dan ook een flink pak slaag gekregen van de kapitein met zijn wandelstok ,
als een straf voor de verspilling van het brouwsel...
abdoe gaf zo snel hij kon de kapitein het porseleinen kopje gevuld met thee,
en probeerde zo snel als hij kon weer terug naar den kajuit te rennen...
maar nog geen drie stappen verwijderd van de kajuit, werd de jongen gegrepen door een grote golf die over de zijkant van de schip sloeg...
abdoe werd door de golf de diepte van de donkere zee ingesleurd...
de bootsman riep, ''trek of jullie levens er van afhangen...''
en de bemanning trok zo snel ze konden abdoe de veilige kajuit in...
abdoe proestte wat water uit,maar hij was veilig...
vermoeid bleef hij op de grond liggen...
alle ogen werden angstig weer op de kapitein gericht,
terwijl de theeklipper steeds heftiger schommelde op den golven van den onrustige zee...
den kapitein nam een grote slok van zijn thee,
en gooide rest van den thee samen met het kopje den zee in...
ze vaarden al enkele uren in de duisternis toen opeens voor de theeklipper een klein lichtje verscheen,
die groter en groter werd...
de bemanningsleden werden er langzaam door gehypnotiseerd,ze konden hun ogen niet meer van de grote zwevende lichtbal afhouden...
de kapitein stuurde zijn schip er recht op af...
opeens kwam er een vreselijke stank,en het werd donker...
de wind was gestopt met waaien , de onweer hield op, het was opeens doods stil,
het druppelde enkel nog alleen nog maar grote druppels water...
de bootsman stak een kaars in een lantaarn aan ,
en liep langzaam,
zeer voorzichtig richting de kapitein, die nog steeds de stuurwiel stevig vast hield...
de lantaarn gaf een spookachtige rode gloed...
de kapitein keek met een lach de bootsman aan...
''waar denk je dat we zijn,best bootsman?'' vroeg de kapitein...
''in problemen,kapitein...'' antwoordde de bootsman...
''ai,dat is waar, maar in wát voor problemen?''
het bleef even stil...
''we zijn in de buik van een gigantische zeeduivel,beste kerel...'' zei de kapitein met een enthousiaste toon...
de bootsman zei geschokt; ''onmogelijk!!''
de kapitein keek de bootsman diep in zijn ogen aan en zei;
''onmogelijk? beste kerel misschien onwaarschijnlijk,maar niet onmogelijk...
maar wees niet gevreesd,we zijn in binnen een oogwenk uit deze vis, ervaring heeft mij namelijk geleerd dat een beetje snuiftabak zeer behulpzaam kan zijn in dit soort situaties ...''
de kapitein pakte uit zijn binnenzak een buideltje van rood fluweel,
hij maakte het open,en blies de inhoud de lucht in...
al snel begon de grote vis te beven en te rillen...
en met een grote nies schoot de theeklipper uit de grote vis...
faithfully yours
The TeaRat