Berenverhaal
Meneer Beer zat met Mevrouw Beer aan het ontbijt. Op de tafel stonden grote potten jam, honing en chocoladepasta. Op een bord lagen croissantjes en broodjes. Daarnaast stond een theepot gevuld met heerlijk ruikende kamillethee.
Meneer Beer nam een grote hap van zijn broodje jam. Hij zag dat mevrouw Beer sip voor zich uitkeek. Hij vroeg zich af: ‘Waarom eet ze niet?’
Meneer Beer nam nog een hap van zijn broodje. ‘Wat is er aan de hand?’ vroeg hij met een volle mond. Hij nam een slok van zijn thee om het eten weg te spoelen.
Mevrouw Beer zuchtte diep en zei: ‘Ik zou zo graag een kleine beer willen om voor te zorgen.’
Meneer Beer schrok. Hij proestte zijn thee uit. ‘Een teddy kindje?!’ riep hij daarna luid.
‘Ja, die gaan we maken,’ riep Mevrouw Beer blij. Ze stond op en holde de kamer uit.
‘Nu?’ vroeg Meneer Beer. ‘Maar het ontbijt dan? Kunnen we niet eerst even rustig eten.’
Maar de woorden waren voor dovemansoren, want Mevrouw Beer hoorde hem al niet meer.
Meneer Beer haalde zijn schouders op. ‘Niks zo veranderlijk als Mevrouw Beer,’ mompelde hij. ‘Eerst maar even de vaat doen.’
Nadat Meneer Beer het servies had opgeruimd, ging hij toch maar eens een kijkje nemen in de slaapkamer. Mevrouw Beer was al druk bezig.
Overal op het bed lagen lapjes stof en garen. Daartussen zat Mevrouw Beer geconcentreerd te naaien. Ze keek op. ‘Wil je nu helpen met het maken van een kleine beer?’ vroeg ze.
Meneer Beer ging naast haar zitten. Hij pakte een naald om mee te naaien. Ze waren er maar druk mee.
Ze werkten er wel een paar uur aan. Nu moesten ze de binnenkant van de kleine Teddy nog vullen. Meneer Beer ritste zijn broek open en haalde zaagsel uit zijn buik. ‘Ik kan best een paar kilootjes missen,’ zei hij.
Mevrouw Beer lachte.
De kleine beer begon steeds meer op een echte teddybeer te lijken. Maar het beertje had nog geen ogen, neus of zelfs een mond.
Daarom trok Mevrouw Beer een gaar uit haar staart. Ze naaide er een schattig neusje mee voor het kleine beertje.
Meneer Beer zocht diep in zijn zakken en vond twee oude knopen. Die naaide hij aan het teddybeertje.
‘Ach, kijk nou,’ zei Mevrouw Beer. ‘Precies jouw ogen!’
Mevrouw Beer trok een draad uit de staart van Meneer Beer. ‘Auw!’ riep hij. Die gebruikte ze om een mond van te maken.
‘Nu zijn het mijn ogen, mijn mond en jouw neusje,’ zei Meneer Beer trots tegen Mevrouw Beer.
Ze legden de kleine beer in een mooi wiegje die nog van Oma Beer was. Mevrouw Beer sliep er vroeger ook altijd in.
Het was al laat. De zon was allang onder gegaan. Het valt ook niet mee om zo’n kleine teddybeer te maken.
De volgende ochtend schrokken Meneer en Mevrouw Beer wakker van luid gehuil. Ze haastten zich naar het wiegje. Mevrouw Beer tilde het Teddybeertje op. Meneer Beer ging snel naar de keuken om een flesje melk met honing klaar te maken.
Want, een kleine beer moet je goed voeden. Zo kan die groeien tot een grote, sterke beer.
Hij ging met het flesje naar Mevrouw Beer. Zij zat in een stoel met het Teddybeertje. ‘Welke naam kiezen we?’ vroeg Meneer Beer.
‘Ik denk dat …. Een mooie naam is,’ antwoordde Mevrouw Beer.
Dat vond Meneer Beer ook!
tea4u, man, 39 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende