Engelen.
Het was nog vroeg, een uur of 4,5 als ik moest gokken.
De koude wind deed me dieper in mijn dikke sjaal kruipen.
De herfst is begonnen, en ik bekijk de goudkleurige bladeren,
Terwijl ik met mijn benen over de reling van de brug bungel.
Beneden me zie ik een engel vliegen. Haar zilveren haren hangen voor haar magische gezicht,
En haar witte vleugels laten haar zweven boven de lichtbevroren rivier.
Mensen noemen me gek, dat ik ze zie. Ze geloven met niet, of zeggen dat ik te veel fantasie heb.
Maar ik weet dat ze bestaan. Kleine fee-achtige engelen, die me altijd zullen beschermen,
die me zullen opvangen waarneer ik val.
En ik zal het bewijzen. Ik zal bewijzen dat ze echt zijn, dat ze me zullen opvangen.
Ik til mijn lichaam op met mijn handen en zet me af van de brug.
Snel, te snel val ik naar beneden.
Ze probeerden me nog te redden,
Maar ik glipte tussen hun vingers door.
Nu lig ik hier,
Op de harde, koude vloer.
Zarah, vrouw, 13 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende