Ik zie der al van ver zitten.
Haar mooie ogen gericht op een boek vol onbegrijpelijke woorden.
Haar haar in een losse knot, met plukjes die eruit steken.
Haar mond dat lichtjes beweegt.
Altijd een oordopje in met droevige muziek op.
Een flesje water naast der.
Schoolboeken liggen open voor haar.
Hoe ze zorgvuldig en voorzichtig een bladzijde omslaat.
Het niet gebruiken van een boekenlegger.
Zo zit ik elke dinsdagavond naar haar te kijken.
Klokslag 8 uur zit ze hier, te wachten tot het donker is.
Als de sterren aan de hemel verschijnen gaat ze een stukje lopen.
Als ze loopt lijkt het net alsof ze zweeft.
En dan verdwijnt ze weer.
Wachtend op de volgende dinsdag.
Heb besloten om niet meer in de ik-persoon te schrijven, misschien worden de verhalen er wat positiever van?
Oh, I'm back, I guess?