Geboorte
Eigenlijk is het leven iets raars. Neem nou het begin alleen al.
Je moeder die het met je vader doet. Als het goed is tenminste. Het kan ook met de buurman of met de melkboer zijn. Maar in ieder geval, daar moet je eigenlijk al niet aan denken toch? Vaders en moeders horen 'het' niet meer te doen. En als het toch moet, dan wel graag zo dat jij het niet hoort.
Je zwemt eerst nog als visjes rond, in alle rust. Totdat opeens de boel begint te schudden en te bewegen daarbinnen. Je begrijpt niet wat er gebeurt, maar voor je het weet wordt je in een soort maalstroom meegezogen. Een enorme strijd breekt los. Zwiepend met de staartjes en porrend met de, eigenlijk niet aanwezige elleboogjes, pogen alle visjes als eerste bij de uit- ,en tegelijkertijd, ingang te zijn.
Meestal is er één die de wedstrijd glorieus wint. De stakker. Want je zit vast aan negen maanden eenzame opsluiting, krijgt te vreten wat je moeder vreet, zure bommen in de vroege ochtend, broodje zoute haring midden in de nacht, patatje oorlog als lunch.
Je draagster ligt de hele nacht te woelen, jankt de ene keer om niets en zingt vijf minuten later alweer luidkeels mee met Frans Bauer. Je krijgt geen minuut rust en een kans op ontsnappen is er niet.
Na 9 maanden denk je maar één ding : IK WIL ERUIT!!
Maar jongens, wat krijg je daar een spijt van. Met alle geweld willen ze je door een veel te nauw gangetje
laten gaan. Je roept nog :''Dat gaat niet!'' Maar niemand neemt de tijd om naar je te luisteren.
Er komt van alles langs, bloed, rare drab. Wat een smerigheid, kan ik nog terug?
Helaas blijkt die gang éénrichtingsverkeer te zijn. Je probeert nog terug te kruipen, lukt niet.
Als je geluk hebt, gaat het nog redelijk snel, heb je pech dan zit je uren klem.
Heb je nog meer pech, dan zetten ze een pomp op je bol. Gevolg ; maandenlang een punthoofd.
Dan ben je eruit, allemaal rare wezens kijken je aan. Ééntje ligt zwaar hijgend naar je te kijken.
De andere loert tussen je beentjes en zegt vervolgens : het is een jongetje.
En er janken er een paar, dat geluid herken je nog. Van pure ellende jank je maar mee.
Want tjezus, waar ben je nou terechtgekomen? Wat een gekkenhuis.
Had je nu maar die wedstrijd niet gewonnen.
En wat die hummel nog niet weet ; dit was nog maar het begin, en vaak wordt het daarna alleen maar erger.
Orangelady, vrouw, 23 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende