gedigt
Mijn gedachten dwalen over land en zee.
En waarom, waarom waai jij steeds met ze mee?
Het regent, druppels, tranen, het regent in mijn hoofd.
Liefde zal het wel zijn, waar mijn gedachte zich tegen stoot.
Het giet, bloed, dat druipt uit de wonden, open en vers.
Niemand weet hoe het komt, da ik me niet verzet.
Waarom ren ik terwijl ik weet dat ik dan alleen achteruit ga?
En ik ben hopeloos wanneer ik weer besef dat ik alleen sta.
Een wens op fluister toon verlaat mijn lippen.
Dat ik hier niet meer alleen hoef te zitten.
Zwaar ademend in mijn hals, daar ben je dan.
Ik voel je, ik voel jouw lust die je niet bedwingen kan.
Twee zwarte vingers glijden over mijn wang, dan mijn nek.
En als ik in de spiegel kijk zie ik zwarte sporen, ik word gek.
Ik ga naar bed, maar heeft slapen nog wel zin?
Want ik weet dat ik jou steeds in mijn dromen vind.
En iedere keer waaien mijn gedachten of land en zee.
En jij, jij sluipt geluidloos met ze mee...
Disaster, vrouw, 32 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende