Vier groepsopdrachten zijn er begonnen. Twee langlopende, maar wel hele leuke, opdrachten en twee kortere opdrachten. Op zich vind ik groepsopdrachten leuk, maar ik heb de neiging mezelf altijd in een soort aanvoerderspositie te zetten, waardoor ik halverwege half overspannen herinneringsmailtjes aan het sturen ben naar groepsgenootjes die mij compleet negeren en de gemaakte deadlines gewoon nooit serieus hebben genomen.
Oké. Ik wilde iets minder klagen. Dat lukt zo nog niet aardig.
Leuke groepsopdrachten dus. De eerste is een rode draad casus waarbij we aan de hand van dit vak (Circulatie en Respiratie) informatie verzamelen over onze casus (benauwde kat) om dan een lezing te geven op het eindsymposium. De tweede opdracht is een proef naar verschillen in zuurstofverbruik tussen mensen en honden tijdens inspanning. Eerst veel vooronderzoek doen en daarna de proef zelf uitvoeren, met honden die daar speciaal voor getraind zijn. Leuk!
Roán was vandaag met mij mee naar de studentenkennel zonder Floyd. Floyd mocht lekker een dagje vrij samen met Vriend. Roán vond alleen met mij in de trein behoorlijk spannend en had duidelijk moeite met op eigen beentjes staan. Goed om dit te oefenen dus.
Het introduceren van Roán in de kennel gaat niet helemaal fantastisch, maar het gaat wel lukken. Twee reuen gebruiken hem nu een klein beetje als pispaaltje, maar met wat oefening zal het voor hem ook leuker worden. Even doorzetten en de hondjes het lekker zelf uit laten zoeken. Zij zijn toch beter in het bepalen van de rangorde dan wij.
Ik ben een beetje moe. Ik merk ook dat ik even niet zoveel van Vriend kan hebben vandaag. Hij was weer heel erg heen en weer aan het gaan in zijn gedrag en ik moest echt expliciet aan hem vragen wat er aan de hand was voordat hij iets ging vertellen. Dat vind ik stom. Ik heb gewoon hele drukke dagen en ik wil weten wat er aan de hand is zonder dat ik daar ook nog eens heel hard aan moet trekken. Soms vind ik het heel vermoeiend dat de focus nu continu ligt op hoe hij zich voelt. Kunnen we gewoon even een dagje niet analyseren of hij zich nou goed of niet goed of hyper of wat dan ook voelt? Het zou leuk zijn als hij na zo'n vraag ook de vraag stelt hoe ík me voel.
Misschien een tikkeltje egoïstisch. Natuurlijk is hij bezig met hoe hij zich voelt. Ik vind het gewoon af en toe heel vermoeiend. Dat is misschien niet zo heel mooi van mij, maar wel de waarheid.