Scherpe gedachten grauwen langzaam
als een wolk over mijn hersenen heen.
En de lichtgevoeligheid sterft langzaam
in mijn ogen uit.
Het waren de handen van je muziek
die mij heen en weer leken te dragen.
Maar het is tot stilstand gekomen
en ze zijn nu tot vuisten gebald.
Je muziek lijkt uit mijn oren verdreven te zijn
en angst in mij maakt het
tot een inwendige verstikking.
Al doe ik mijn best door
mijn vleugels uit te slaan
om zo uit deze benarde positie weg te komen.
Het lukt me niet omdat mijn benen
vast zijn komen te zitten in de pijn om me heen.
n al zie ik in de verte het herrijzen van de hoop.
Neemt de duisternis van de nacht
het me weer af omdat geen genade kent.
Daarom vraag ik je liefje,
laat me mijn verdriet in stilte uithuilen.
Zodat de frisse adem van de vroege ochtend
als vruchtbaar water mag zijn.
Voor de verloren gedachten
die tot mijn hart gevlucht zijn.