Jan

Dit stuk gaat over een jongen die ik niet zo lang geleden ontmoet heb. Als je een Dejavu gevoel krijgt, dan heb je dat waarschijnlijk omdat je actief KNT'er bent, ik heb het daar namelijk vorige week gepost.


Daar stond ik, om kwart over zes ’s morgens, wachtend op de trein. De trein zou snel komen, maar het was koud buiten, en ik stond er al een tijdje. Daar stond jij, wachtend op diezelfde trein, in dezelfde koude buitenlucht. Je viel me op, zoals je wel vaker zou doen die dag.
De trein kwam aan, en we stapten beiden in. Later, bij het overstappen, zag ik je weer. En toen, eenmaal op mijn eindbestemming, was je er ook. Ik vroeg me af of jij wist waar ik heen moest, dus ik sprak je aan.
Daar ging ik de fout in. Er waren honderden andere mensen, ik kon makkelijk iemand anders de weg vragen. Ik wist dat je gevaarlijk voor me was, voor alles wat ik had opgebouwd de afgelopen tijd, en dat ik uit je buurt moest blijven, maar dat deed ik niet.
We hadden dezelfde eindbestemming, dus liepen we, zoals zo vanzelf sprekend leek, samen. Na een paar keer verkeerd lopen kwamen we aan, maar intussen had ik al best veel over je geleerd, en alles in mijn hoofd schreeuwde naar me, “Laat hem met rust! Vlucht nu je nog kan!”. Maar ik luisterde niet.
De rest van de ochtend trokken we samen op, plaagde elkaar als oude bekende, en het klikte. Dit was mijn laatste kans om los te komen, “Ga ergens anders zitten, praat met iemand anders!”. Het wijze stemmetje in mijn hoofd had er een hele taak aan, maar ik luisterde niet, mijn lichaam trok als vanzelf naar je toe, en als ik me dan eindelijk los slaagde te scheuren, kwam jij naar mij. Je korte me naam af, zei het liefkozend, keek me aan. Ik dacht niet aan de gevolgen, de dag was nog lang.
Aan het eind van de dag vertrokken we samen met de trein terug naar huis, en jij reed langer mee, je niets aantrekkend van het feit dat je busreis nu langer zou zijn.
Ik spendeerde de hele reis terug pratend met jou, en mezelf afvragend waarom je me mijn nummer niet vroeg. Misschien had je een meisje thuis wachten, of misschien voelde jij die klik niet, die ik wel voelde.
Toen we aankwamen bij het punt van afscheid knuffelde je me, hield je me even stevig vast. Ik wou niet loslaten, maar ik voelde de reactie van mijn lichaam, ik merkte dan toch eindelijk het gevoel op dat zich onder in mijn buik genesteld had. Het was te laat. Als door een wesp gestoken liet ik je los en nam kort afscheid. Het stemmetje in mijn hoofd, was merkwaardig stil, omdat het al te laat was, het kwaad al was geschiet. Ik vertelde je waar ik zou zijn die avond, maar ik wist al dat je niet op zou komen dagen.
Ik zal je waarschijnlijk nooit meer zien, en misschien is dat ook beter. Maar dat betekent niet dat ik het leuk moet vinden.

I want to be drunk when I wake up, on the right side of the wrong bed..
16 dec 2011 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van Woesj
Woesj, vrouw, 30 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende