ik weet nog hoe je rook,
al is het zo lang geleden.
zuur, ongewassen.. vies
ik wilde niet bij je komen
maar je zei dat ik die trui al twee dagen aanhad.
ik voelde het als het zoveelste ding dat ik fout deed
ik gaf je iedere dag verse sinaasappelsap
ik dacht dat dat lief was
later zei je dat je het vies vond
en dat je zo blij was dat je herkende dat ik een trui twee dagen aanhad
iedere dag..
een maand lang
en zo lang erna
stapje voor stapje..
maar het is nooit meer goedgekomen
na de aanval..
leek je lichaam weer genezen..
maar onze band is nooit hetzelfde geworden
je vond ons huis niet meer mooi
je haatte het..
ik was er geboren...
je moest er weg
je had een paleis gevonden
ik kende het niet.
daar kroop ik in een klein hoekje,
langs de muur.
jouw paleis,
was voor mij geen thuis
ik had een huis, maar geen thuis
heen en weer.. zonder bestemming.
ik moest weg..
elke keer weg
ik moest niet ergens heen,
ik moest ergens weg
je woorden maakte me bang
je wilde geen dochter
dat heb je me zelf verteld
je dacht toen ik geboren was
dat je het jammer vond dat ik geen jongen was
tot zo ver voor nu... had even een flashback..
kus