Na een
overweldigende overwinning van de blauwstaartige mannetjes op de bruinsnorrige mannetjes met vergrootglazen besloten mijn vriendin en ik naar Avatar te gaan. Na een barre, gladde en glijdende toch naar de bios –en een tussenstop bij Super de boer voor de nodige lading chocolade en cafeïne gebotteld in een flesje met rood etiket- kwamen we een kwartier voor tijd aan. Genoeg tijd dus om rustig kaartjes te halen. Mijn vriendin stond erop dat ze deze keer mocht betalen, dus ik liet mijn pinpas in haar holster, maar nog wel op scherp. Ze probeerde eerst te betalen met een CJP pas (een of andere verlepte ‘cultuurkaart’ die óf net op die dag dat je ‘m nodig hebt niet geldig is, óf het gewoon niet doet) maar die deed het niet. Ach, cash accepteert men daar net zo graag.
‘2 kaartjes voor Avatar’. Hehe, wat ben je toch schattig als je verlegen bent. De vrouw noemt een willekeurig bedrag tussen de 10 en 20 dat wij betalen mogen, print de kaartjes uit en verwijst ons door naar ‘zaal vier’. Wij lopen als brave schaapjes door naar zaal vier, maar ondertussen is er een gemenerd die onze kaartjes kapot scheurt. Geen zin om nieuwe te halen, dus we lopen maar door.
Avatar begint zo:
Na véél te veel reclames gaat het doek dan eindelijk helemaal open en begint de intro. Een -voor het idee dat ik bij deze film had- veel te rustig muziekje begint te spelen. Oké, verassend. Langzaam verschijnen er namen op het beeld, waarop een mooi landschap te zien is. Water, rotsen, heuvels en bergen. Kijk, dat lijkt er al meer op. Er is nu ook een oude Jaguar te zien. Die zouden in 2154 toch wel redelijk weg gesloopremied moeten zijn, maar misschien een collectors item. Of een flashback. Ik weet het niet. Een stem begint te praten, terwijl ik nog van het landschap geniet. Ik wacht op de ondertiteling, maar de komt niet. Mijn Engels is prima, maar toch lees ik altijd mee. Lekker lachen om de stomme vertaling, grap verkrachtende verwijzingen en dat soort fratsen. Nog geen ondertiteling. Het is geen Engels wat er gesproken wordt. Ááááh, ik snap het. We zitten op de planeet van die blauwe lelijkerds. Die praten natuurlijk helemaal geen Engels. Dit is gewoon een oerlelijke fantasietaal die ik hoor. Maar wat doen die puntoren met een Jag? Langzaam dringt het tot me door. Om mijn ontdekking duidelijk te maken is het eerste wat ik zeg: ‘We zitten bij die kanker film. Ik bedoel…eh Komt een vrouw bij de dokter.’ Die oerlelijke fantasietaal is Nederlands. Die stem is Barry Atsma. Ja kut jonge.
In mijn hoofd ga ik terug naar het moment waarop jij de kaartjes bestelde. ‘2 kaartjes voor Avatar…Avatar…Avatar…Avatar’ galmt er door mijn hoofd. Je hebt het écht gezegd. Terwijl ik me afvraag hoe dat in godsnaam als: ‘2 kaartjes voor Komt een vrouw bij de Dokter’ klinkt, pak jij de kaartjes erbij. Inderdaad: ‘Komt een vrouw bij de dokter.’ Néé hé. Verwacht je een kut film te gaan kijken, ga je een tiet film kijken. Letterlijk.
Ach, we hebben een vrijkaartje voor Avatar gekregen. Het boek was beter, trouwens.
Cheers,
Joint.