Deze droom is zeer lijp en bestaat uit vele scenes. Wil je gelijk het deel lezen waar ik lucide word, ga dan gelijk naar de laatste scene. Ik raad je dat natuurlijk af, want de hele droom was vet.
Toen ik vanochtend wakker werd had ik ál deze meuk onthouden en ik weet niet zeker of het één lange droom was met vele scenes of gewoon vier verschillende. Ik vermoed echter dit laatste omdat het bijna onmogelijk is om zo lang te dromen als dit in één droom.
Scene 1: Bij nader inzien toch niet echt interessant
Scene 2: Ik ben samen met twee kameraden thuis aan het ouwehoeren. We hebben een kater maar dat lijkt de sfeer totaal niet te beïnvloeden. We hebben erg veel lol samen. Echter, er is ook een soort hondjong. Het is een kind dat plotseling in een levensgevaarlijke hond kan veranderen. Zolang je hem te vriend houd is er niks aan de hand maar deze droom was natuurlijk gedoemd uit de hand te lopen. De reden is onduidelijk, maar plotseling zet dat mormel zijn lange hoektanden in mijn hand. Dat word knokken. Wij er met zijn drieën bovenop. Uiteindelijk heb ik hem veilig bij zijn nek te pakken en kan hij niet meer transformeren, omdat zijn nek dan dikker word en die knijp ik juist fijn. Ik roep om hulp om hem af te maken en uiteindelijk komt die er: het hondsjong word twee onbekenden vastgehouden en ik vuur een avada kedavra vloek op hem af die hem voortreffelijk raakt. Zeg maar dag tegen je hondje.
Scene 3: Nu word het echt dromerig. Ik ga namelijk met een stoeltjeslift naar iets van school. Terwijl mijn stoeltje ook begint, zie ik vliegers op een nabijgelegen meer. En om precies te zijn: een enorme keten van matras vliegers die evenwijdig omhoog loopt naast de stoeltjeslift en die dus met enorme snelheid en kracht een bootje met mijn vroegere vliegerkameraden erin voorttrekt. Terwijl ik de berg omhoog ga blijft het bootje ongeveer naast mij. Inmiddels dus al niet meer over het water maar gewoon bij de berg omhoog. Ik kom op de top van de berg en vanaf daar gaat de lift gewoon weer omlaag. Alleen blijken de bakjes niet meer vast te zitten aan een bepaalde plek op de kabel en dus glijdt mijn bakje in rap tempo omlaag en knalt tegen de ook al op elkaar knallende voorgangers. Alles loopt goed af en we komen aan bij het eindpunt. Voordat we vanaf hier doormogen naar het doel van onze reis moeten we een soort munt kopen, deze in een apparaat gooien, en dan mogen we doorlopen. De klasgenoot voor mij echter, heeft een manier gevonden om het apparaat van zijn muntjes te beroven en doet dit ook. Nog geen tel later word hij hardhandig opgepakt door de politie en ik ook, gewoon omdat ik er ook bij was. Ik voelde me een demonstrerende monnik naast een relschopper. Voor mij waren er echter geen handboeien meer, dus ik kreeg een tieripje om mijn pols. Inderdaad, maar om één pols. Dit vonden de agenten blijkbaar voldoende om mij in toom te houden. Het ding bleek ook nog eens elastisch en ik kon hem dus zo weer afschuiven. Heerlijk betrouwbaar, die Nederlandse politie.
Scene 4(lucide): Ik fiets door een straat bij mij uit de buurt en herken de droom omdat ik hem eerder heb gehad, en denk te weten wat er dus gaat gebeuren. Op dit moment word ik lucide: ik weet dat ik droom. Ik besluit de loop van het verhaal te volgen. Dit omdat ik me besef dat ik de droom voor de tweede keer heb en hij me dus misschien iets probeert te vertellen. Ik heb nog nooit een droom geanalyseerd maar besluit dit nu gewoon te doen terwijl de droom bezig is en besluit de lijn van de vorige droom af te dwingen. (ik denk dit allemaal in een splitsecond uiteraard, de droom gaat gewoon door) Ik fiets en een klasgenoot rijd langs me in tegengestelde richting en roept: “pas op!”. Ik kijk en zie dat er een auto aankomt maar deze stopt gelijk. Ik wist dat ik in mijn vorige droom door deze auto werd aangereden en besluit dat dit weer moet gebeuren. Ik race op de stilstaande auto af, lees nog dat op het nummerbord “de pijn” staat en klap op de auto. Ik val niet op mijn bek en loop gelijk naar de bestuurder om te vragen hoe het met hem gaat. Het is een kameraad van me en met hem gaat het goed. Dan zie ik een andere auto staan, waarvan ik weet dat hij in de vorige droom ook bij het ongeluk betrokken was. In de auto zit een vrouw met haar beeldschone dochter. Ik vraag de vrouw hoe het met haar gaat. “Met mij is alles goed, ik ben niet gewond” zegt ze. Ik denk bij mezelf: “Nee, jij was wél gewond.” Ik leg mijn hand op haar achterhoofd en ram haar hoofd op het stuur. Ze is knock-out. Perfect, het gaat dankzij mijn goddelijke interventie ongeveer net als in de vorige droom.
De dochter is inmiddels uitgestapt en als ik me omdraai staat de duivelse verleidster behoorlijk verleidend in mijn gezichtsveld. Ik besluit de analyse van de droom te laten varen, dat kan een andere keer wel weer. Nu geef ik maar even toe aan mijn instincten, het mooie van een lucide droom is immers: mijn wil is wet en ik, wil…
De credits voor deze lucide droom gaan volledig naar reopyfth, die mij eraan heeft herinnerd dat ik lucide kan dromen. Haar vragen over het onderwerp de laatste dagen hebben geresulteerd in deze heerlijke droom. reopyfth, je bent geweldig. Zo te zien ben je erin geslaagd mijn onderbewuste weer voor lucide dromen te motiveren.