Nooit Meer

Nooit meer...


Met een waterige blik kijkt ze het raam uit, het regent zachtjes, de wolken blijven toch weg. Ze bekijkt de lucht en merkt dat er bijna geen wolken zijn, toch blijft de regen zachtjes tegen de ramen druppelen. Aan haar humeur, haar lichaam en haar doen en laten merkt ze dat het met deze druppels niet is afgelopen. Dat het weer alleen maar ergen zal worden, niet alleen vandaag, maar ook morgen en de dag daarna. En de dag daarna, alsmaar door, tot het einde in zicht is. Wanneer het einde zal naderen weet niemand, ook zij niet, ook zij weet niet wanneer de horizon bereikt zal zijn. In haar kamer staat alleen een bed en een tv, dat is alles waar ze tot nu toe op geleefd heeft. Ze hongert zichzelf uit, ze werkt zich helemaal in de rondte, studeren doet ze niet. Ze is nog een jong meisje, ze is alleen, hoewel iemand haar ooit vertelde dat iedereen vrienden heeft, heeft zij die niet. Ze weet niet wie ze is, ze weet niet wat ze is, ze weet niet wat ze wil. Dan schrikt ze op van het kloppen op haar deur, ze wil doen alsof ze niet thuis is, ze wil niemand zien. Ze wil niemand ontmoeten, zo kan niemand haar aankijken. Zo kan niemand haar vertellen dat ze uit haar trainingsbroek moet komen, dat de tijd van rouwen voor bij is. Ze wil blijven rouwen, het is nog zo kort geleden. De tijd staat voor haar stil, de tijd is bevroren sinds haar lichtpunt verdwenen is. De lach uit haar ogen is weggeslopen, haar glimlacht van haar gezicht verdwenen. Het kloppen blijft aanhouden, dus langzaam staat ze op om de deur open te doen. Achter haar hoort ze de regen steeds sneller gaan, alles heeft ze moeten inleveren. Alles is ze kwijt, haar liefde, haar geluk, haar vrolijkheid, alles is in een klap weggetrokken. Haar ontnomen, zoals je een klein kindje haar speeltje afpakt, alles is bij haar weggerukt, zonder dat ze kon protesteren. Zonder dat ze het erover kon hebben, zonder dat ze het zelf zag aankomen. Diep in gedachten komt ze bij de voordeur, het kloppen is alleen maar harder geworden en sneller. Het wil gewoon niet meer ophouden, langzaam laat ze zich op de grond zakken bij de muur langs haar deur. Nooit meer zal ze hem zien, nooit meer zal ze hem voelen. Nooit meer zal ze met hem de liefde bedrijven, nooit meer zal ze wakker worden met hem naast haar zijde. Nooit zal iemand weten hoe ze zich voelt zonder iets te zeggen, haar hart is weer een gesloten boek. Haar hart is na die afgrijselijke dag haar moordkuil geworden, die niemand ooit zal bereiken. Ze wil niet open doen, ze weet al wie daar staat. Iemand die haar gaat vertellen dat haar leven doorgaat, dat ze jong is en moet genieten. Iemand die niet zal doorhebben hoe zij zich voelt, hoe het voelt om iemand uit je leven te laten halen, machteloos. Het gevoel niet hebben dat je het kon tegen houden, het ook niet tegen hebben kunnen houden. Naast het kloppen, begint er nu een stem haar naam te roepen, ze herkent de stem, waarna ze langzaam opstaat en de deur open doet. Voor haar staat de persoon die in een seconde uit haar leven was verdwenen, in een tel niet meer bij haar was. Niet meer naast haar in bed lag, haar niet meer aan het lachen maakte. Haar niet meer vertelde dat ze lief was, dat ze een gemene heks was, die niet meer met haar mee zal lopen. Ze weet dat hij er niet echt kan staan, ze weet dat, dat gewoon onmogelijk was. De dokter heeft haar verteld dat het niet meer goed zou komen, dat ze hem alleen nog maar kon opzoeken in het ziekenhuis. Daarna was het moeilijke besluit genomen, om het voor hem het makkelijkst te maken, om voor hem de leed bespaard te laten.
Langzaam verschijnt er een glimlach op zijn gezicht, "laat je me niet binnen" is zijn antwoord. Ze opent de deur nog wat verder, om hem binnen te laten, haar mond valt open en haar ogen beginnen langzaam te glinsteren. Ze sluit de deur achter zich en draait zich om. De glinstering verdwijnt weer en haar mond zakt dicht, langzaam gaan de tranen over haar wangen. Ze kijkt haar kamer toch nog rond om er zeker van te zijn, maar er staat niemand meer. Er is niemand meer, de tranen zijn niet meer te houden en voor de zoveelste keer zit ze alleen hier in het kleine kamertje waar haar ogen leeglopen. Nadat de meeste tranen zijn geweest staat ze op en begint 2 glazen water uit de kraan te tappen. De rest heeft ze al weken in huis, na de begrafenis had ze dit al in gedachte, maar ze wilde het eerst nog even aankijken. Kijken hoe ze het zware verlies van haar vriend zou oppakken, het verlies wat is gekomen door een ongeluk. Een ongeluk wat geeneens zijn fout was, een man zal de rest van zijn leven hiermee moeten leven. Het feit dat hij een gezonde jongen van 23 heeft aangereden, wat leidde tot zijn zware lijden en de dood. De dood die elke moment om de hoek kan komen kijken, wat elk moment voor je deur kan staan. Na de man wat verwijten gemaakt te hebben, weet ze dat ook hij ermee moet leven, dat het voor hem ook zwaar zal zijn. Toch heeft ze een afspraak met hem gemaakt, om te kijken hoe hij ermee om gaat, hoe het uberhaupt heeft kunnen gebeuren. Twee dagen later las ze zijn naam in de krant, onder de overlijdingsberichten, hij kon er niet mee om gaan. Een afscheidsbrief met zware tonen vond ze een week later in haar brievenbus, ze heeft hem heel vaak overgelezen, maar nog steeds maakt ze hem verwijten. Nog steeds vind ze dat hij het verdiende, ze kan niet leven met een eeuwige wraak op een overleden iemand. Ze begint het foto album door te bladeren terwijl ze nog gelukkig was, toen ze nog haar liefde had, haar geluk en haar glinstering. Toen ze alles nog had, wat in een klap verdwenen in. Langzaam begint ze een verhaal te schrijven en een afscheid te nemen. Een afscheid van alles wat haar doet herinneren aan de ander, ze wil weer terug naar de tijd van toen. Ze wilde dat ze hem kon tegen houden om te gaan sporten, ze wilde dat ze hem toch had overgehaald om die dag thuis te blijven. Ze had het gevoel al, dat er iets ergs zou gebeuren en hij had haar belachelijk gemaakt. Hij had gezegd dat ze zich niet zo moest aanstellen, dat het wel goed zou komen en er niks zou gebeuren. Langzaam neemt ze de pillen in en drinkt haar glazen leeg, na de brief nog een keer overgelezen te hebben, barst ze weer in tranen uit. Ze loopt haar bed en besluit maar te gaan slapen, ze ziet dat het net half zes 's avonds is en buiten is het al aardig donker. Warm onder de dekens gekropen valt ze in een onrustige slaap.
Twee weken later staat in de krant haar overlijdingsakte en de tekst dat na een mooie tijd meestal een moeilijke komt en deze haar niet gegunt was. Een sterke vrouw wat heeft doorgevochten tot het einde, tot haar vuur uitging en haar hart voor haar sprak. Ze rust in vrede en is terug bij degene aan wie ze 3 jaar geleden haar leven heeft gegeven.


liefdesverdrietLadyE
23 nov 2007 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van ladyE
ladyE, vrouw, 35 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende