Toen Pantoffel nog een klein Pantoffeltje was, was Pasen haar favoriete feestdag. Of misschien stiekem nog steeds wel, hoewel de dag tegenwoordig heel anders gevierd wordt.
Ik ben een geboren chocoladeliefhebber. En die schattige haasjes, kuikentjes en lammetjes overal. Bovendien was geel mijn lievelingskleur.
Kleine Pantoffel werd op Paaszondag wakker en dan begon de dag met paaseitjes zoeken in en om het huis. In de woonkamer en tuin, maar soms ook de hal en keuken waren favoriete verstopplekken. En als alle eitjes gevonden waren dan gingen we ze opnieuw verstoppen en werd het een nieuw spelletje.
's Middags gingen we naar mijn opa en oma. Dan kregen alle kleinkinderen een rieten mandje en zodra het spreekwoordelijke startschot klonk, renden we met zijn allen de tuin in. Mijn opa en oma hadden een prachtige grote tuin. De kleintjes werden geholpen door ooms, tantes en oudere neven en nichten.
Als alle eitjes gevonden waren moest je je mandje inleveren en kreeg iedereen een ingepakt paaspakket met paashaas en eieren in verschillende soorten en maten. Zodat iedereen evenveel kreeg: dat was eerlijk. Toch was iedereen vrij fanatiek tijdens het eieren zoeken, maar het was niet een bloederige strijd: we gunden elkaar ook wat.
Verder herinner ik me het paaseieren zoeken in de lokale speeltuin nog goed. Daar zocht je niet naar chocolade eitjes maar naar echte gekookte kippeneieren die geverfd waren. Ook deze werden op een centraal punt ingeleverd om vervolgens een eerlijk chocolade-pakket ervoor in de plaats te krijgen (1 pakket per kind, maakte niet uit hoeveel eieren je gevonden had).
En natuurlijk je eigen creatieve ei kwijt door zelf eieren te beschilderen!
Good times
Vrolijk Pasen MD.