sjabbatsjaloom & lots of "rachmanoerachiem" ......

The employment of miracles,
among them the Bat Kol {voice from heaven},
becomes more weighty if we realize that this was done by a personallity
who appeared to be friendly toward Christianity and its leaders,
as was Rabbi Eli'ezer ...

Suspicion of Christian leanings
combined with the employment of a device which, at this time,
was fundamental and successful for Christianity,
might have worked almost automatically against R. Eli'ezer
as circumstantial evidende
of his pro-Christian
sympathies.

In this connection likewise,
the fact has to be remembered that R. Joshua,
leader of the victorious opposition against R. Eli'ezer,
was an outstanding polemicist
against Christian influence.

My only corrective
to certain earlier formulations would be to translate it
from a set of considerations of the place of Christians and Christianity
in the rabbinic world
as represented through these figures
as characters.

These points
are particularly cogent when we remember from the above story of the founding of Christianity
that in the eyes of the Rabbis of the Talmud, one of the main stereotypes of Christianity
was that it was a species of
magical practice.

The representation
of Rabbi Eli'ezer's appeal to magic and prophecy might very well, then, have been precisely
the way that the text thinks about the complicated nexus between the rabbinic
and Christian forms
of Judaism.

In addition
to certain passages cited earlier & more often,
see Sanhedrin 43a & 106a~b,
in which Yehoshua {"Jesus"} is implicitly compared to Balaam,
Celsus also emphasizes particularly Jewish charges against 'Jesus' that he was an Egyptian
magician
(Contra Celsum I 2cool!,
and we find as well identical indictments in the parodic Jewish antigospel
known as
Toldoth Yeshu

Wehasofriem
asjer yardoe mieYeroesjalayiem
amroe kie Ba'al-Zevoev nichnas bo weal-yedei sar-hasjeediem hoe medareesj et-hasjeediem;
weyiekra otam eelaw wa yedabeer kahem biemesjaliem leemor:
Eich yoechal hasatan legareesj hasatan?
We'iem-nechlekah mamlacha al-atsmah lo-toechal la'amod hamamlachah hahie!
Oevait iem-nechelak al-atsmo lo-yoechal la'amod habait hahoe!
We'iem hasatan yietkomeem el-atsmo wenechelak lo-yoechal la'amod kie-va kietso!
Ein iesj asjer yachol lavo leveit hagibor weliegzol et-keelaw iem-lo ye'esor bariesjonah
et-hagiebor weachar yiesjseh
et-beito!
{[Matai 3:21/Marcos 12
:1vv~50!]}
Hij ging terug naar huis,
en weer verzamelde zich een menigte,
zodat ze zelfs niet de kans kregen om te gaan eten!
En toen zijn verwanten hiervan hoorden, gingen ze op weg om hem, desnoods onder dwang,
mee te nemen, want volgens hen had hij nu echt zijn verstand verloren!
Ook de schriftgeleerden
die uit Yeroesjalayiem gekomen waren,
zeiden:
"Hij is bezeten door Be'elzebul,"
en:
"Dankzij de vorst der demonen
kan hij demonische boze
geesten uitdrijven!"

Toen hij hen bij zich geroepen had,
sprak hij tot hen in gelijkenissen:
"Hoe kan Satan zichzelf uitdrijven?"
Als een koninkrijk innerlijk verdeeld is, dan kan dat koninkrijk niet standhouden;
als een gemeenschap innerlijk verdeeld is, dan zal die gemeenschap niet kunnen standhouden.
En als Satan tegen zichzelf in opstand is gekomen en verdeeld is, dan kan ook hij niet standhouden, maar gaat hij ook zijn einde tegemoet!
Bovendien kan niemand het huis van een sterkere binnengaan om zijn inboedel te roven,
als hij die sterkere niet eerst vastgebonden heeft;
pas dan kan hij zijn huis leeghalen!

In die tijd
liep Yehosjoea op 'n sjabbatdag
[de zevende dag van de week]
door de korenvelden.
Zijn leerlingen hadden honger en begonnen van de aren te plukken en ervan te eten.
Toen de Proesjiem dat zagen, zeiden ze tegen hem:
"Kijk, jouw leerlingen doen iets dat op sjabbat niet mag!"
Hij antwoordde:
"Hebben jullie niet gelezen
wat Davied deed toen hij en zijn metgezellen honger hadden,
hoe hij het huis van g d binnenging en er met hen van de toombroden at,
terwijl noch hij noch zijn leerlingen daarvan volgens de regels mochten eten,
maar alleen maar de priesters?
En hebben jullie niet in de wet gelezen
dat de priesters die op de sjabbat in de tempel dienst doen en zo de sjabbat ontwijden,
onschuldig zijn?
Ik zeg jullie:
HIER
gaat het om
MEER
dan de tempel!
Als jullie begrepen hadden
wat er bedoeld wordt met:
"Barmhartigheid wil ik,
geen offers,"
dan zouden jullie geen onschuldigen hebben veroordeeld!
Want de mensenzoon
is
OOK
heer
over de sjabbat!
Hij trok weer verder
en kwam in hun plaatselijke synagoge
waar iemand met een verschrompelde hand stond
en omdat ze Yesjoea wilden aanklagen,
vroegen ze:
"Is het toegestaan
om op sjabbat
te genezen?"
Anyway,
ik ga slapen:
sleep well,
dream sweet
& tell us all about it
if you want
to do so!?
Sjabbatsjaloom!
Have a nice
& peaceful
day!
And
enjoy it while
you still
can
...
25 aug 2007 - bewerkt op 25 aug 2007 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van set
set, man, 110 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende