Ook
had JC
niet alleen Galileen,
of in 't algemeen die landstreek aangewezen,
nadien het dan onzeker had konnen zijn, waar zy hem vinden en zien moesten,
maar zekeren berg uitgekipt,
daar hy zich vertonen zoud
in Galileen.
Zo leert ons
de H. Apostel, als hy zegt:
"En de elf Discipelen zijn heenen gegaan naar Galileen, naar den berg,
daar Yehosjoea hen
bescheiden
had!"[Het zy die BERG dezelve ware,
daar Yesjoea voormaals VERHEERLIJKT was, gelijk sommigen willen,
die van Petros [aka Kefas], om die glantsrijke heerlijkheid, DE HEILIGE BERG werd genaamt,
die wel 30 stadien hoog, en boven vlak, en breed, en bekwaam was,
om veele oog- en oor-getuigen te bevatten, het zy, dat het eenige andere heuvel geweest zy,
die den Apostelen bekend was, immers zy waren
op eenen BERG bescheiden.
Zo was het oud bondvolk
by den BERG, als de Bondengel op Sinai
met Mosjeh sprak.
Zo had Ysjoe
zijn PROFEETISCH AMPT
op eenen verheven BERG aangevangen:
zo zal hy van eenen BERG
ten hemel varen.
Wel te recht
bescheidde hy de getuigen
zijner opstandingen dan in GALILEEN,
ook op eenen BERG, als tot een voorbeeld en onderpand,
dat zijn heilrijk wel haast zoud rijden op de hoogten der aarde,
en de berg des Heeren bevestigt worden op de top der bergen:
bekwaamer oeffenplaats konde men niet vinden, dan eenen BERG, om in alle vrijheid te soreken,
en te horen spreken.
Dat ook die plaats
den Apostelen moet te binnen gekomen,
en deeze vrouwen kenbaar zijn geweest,
is ligtlijk af te nemen uit het zeggen van LUKAS:
die uitdruklijk getuigt,
DAT ZY INDACHTIG WIERDEN ZIJNER WOORDEN.
Dies schoot haar, door de vermaan-taal des H. Engels, het zeggen van JC in gedachten;
waarom ook de Hemelgezant by zijne troost- en blij-maare bijvoegt:
ZIET, IK HEB 'T
U LIEDEN
GEZEGT!
Want hier door
bevestigt hy niet alleen
zijne boodschap, en der zelver "G DLIJKHEID",
als die niet uit zijnen naam, maar van "G ds wegen" sprak, gelijk zich de profeeten doorgaans,
op "G ds last & openbaringe" beroepen: maar hy toont, dat hy in 't uitvoeren van zijnen last,
GETROUW & VOLVAARDIG zy geweest, en als een hemeltolk en 's Heilands afgezant,
de woorden van zijnen Heer en hemelkoning getrouwlijk uitdrukke;
om wiens zegepraal te verbeiden hy den hemel verlaten, de wachters met schrik geslagen,
en de vrouwen vrijen toe- en in-gang in de grafkelder verleent had,
en niets meer boodschapte, dan het gezegde:
maar der vrouwen trouwen ijver het overige toevertrouwde, om d'Apostelen op te beuren,
en aan te sporen.
Hoe
konde hy
krachtiger spreken, dan
zo als JC gesproken
had.
Stelde
die eenstemmigheid
zijne boodschap en 's Heilands zeggen niet buiten alle twijfel,
en tegenspraak?
Gaf die eenstemmigheid
beider woorden geen
onwrikbaare klem?
ZIET,
zegt de H. hemeltolk,
IK HEB 'T U GEZEGT,
ik heb mijnen last volbragt,
u lieden staat te gehoorzaamen,
den Apostelen alles bekend te maken,
naar GALILEEN heenen te gaan,
op volzekere gronden van geloof te bouwen,
en alle verkeerde vrees
af te leggen.
Anyway,
de kern
van het Verhaal,
het centrale punt ervan,
is vooral bevrijding, verlossing, rechtvaardiging,
'zalig{s}making', openheid, eerlijkheid, ontlasting, vrijlating,
genezing, bekering, inkeer & herboren leven, als antwoord op die
verouderde, verlopen, mankerende verslaving, huichelarij,
leugenachtigheid, verzwaring, vastzetting, verzieking,
vertrutting & een
'zekere eeuwige
dood'.