't einde der dagen, de opstand, de wederkomst e.d.
't Jaar 67: Vespasianus als 't vervolg op 66 ~ opstand & voorlopige weg naar de ondergang via Jodfat e.d. Cestus Gallius was in de herfst van 66 verslagen & Vespasianus, de veroveraar van Brittannia, kwam in de vroeger zomer van 67 met uitstekende commandanten, waaronder zijn zoon Titus, aan in het noorden van het land. In Akko stelde hij zijn legertroepen zordvuldig samen. Hij bewapende zestigduizend man ... Het ging om twee legioenen uit Syria, om een legioen uit Egypte en om hulptroepen, overwegend afkom-stig van koning Agrippa II. Het eerste aanvalsdoel was Jodfat waar ik zo'n 1900 jaar later van hoorde, dat de reeds eerder & vaker genoemde joodse edelman Jozef ben Matityahoe [aka Josefus], die ondanks z'n hoge afkomst over geen enkele militaire ervaring beschikte, zelf versterkt had & waar hij nu het comman-do voerde. De slag om Jodfat sleepte zich, net als vele andere, lang voort. Dat kwam, als men Josephus geloven wil, zowel door de strijdmoed v/d Joden als die v/d Romeinen. Bij wijze van voorbeeld kunnen we nu een van de schilderingen van Josefus citeren, die 't moment beschrijft, waarop de Romeinen de vero-veringsplatforms voor de stadsmuren aanleggen: Plotseling klonken de trompetten van alle gezamen-lijke legioenen. Het leger hief 'n schrikbarend strijdgeschreeuw aan & op 'n bepaald teken werden van alle zijden de pijlen afgeschoten, zodat de lucht donker werd. De mensen van Josephus echter sloten volgens zijn aanwijzingen hun oren toe voor 't geschreeuw & beschermden hun lichamen voor 't schieten. Toen de stormbruggen uitgeschoven werden, stormden ze daarover hun vijanden tegemoet, nog voordat dezen er 'n voet op gezet hadden: zo raakten ze slaags met de oprukkende Romeinen, waarbij ze vele daden die van kracht en moed getuigden, begingen. Ze streefden ernaar om ondanks hun wanhopige situatie niet minder dapperheid te toenen dan hun vijanden die minder gevaar liepen. Ze lieten de Romeinen niet eer-der los, voordat ze of zelf gesneuveld waren of de tegenstander gedood hadden. Uit: "De joodse oor-log", boek 3, hfdstk 7,27. Na 47 dagen werd Jodfat veroverd. [Uri Davis woont al jaren vlak daarbij ...]! Het kan bogen op een even trotse verdedigingsgeschiedenis als later Gamla, Yeroesjalayiem & Masada ... Commandant Josefus gaf zich over aan de Romeinen, die hem als gevangene wegvoerden, terwijl de an-dere verdedigers voor zelfmoord kozen. De Romeinen hadden in Jodfat hun beproefde aanvalstactiek gebruikt: eerst legden ze een muur aan rondom het hele gebied dat ze wilden innemen, en richtten ze vast ommuurde kampen in. Met stormrammen, die beschermd werden door houten torens, probeerden ze bressen te slaan in de muren v/d stad die we veroveren wilden. De Joden probeerden op hun beurt - en tamelijk vaak met succes = om deze torens in brand te steken en de aanvallers terug te slaan. Tijdens de belegering versterkten de Joden de muren & maakten ze deze nog wat hoger. De Romeinen bouwden reusachtige aarden wallen om met de belegeringsmachines dichterbij te kunnen komen. Tijdens de belegering beschoten ze de stad met 'n onophoudelijke regen katapultprojectielen met de grootte van een mensenhoofd. Bij honderden en duizenden vindt men ze tegenwoordig bij opgravingen van de betref-fende steden! Na Jodfat vielen Goesj Chalav & - tegen 't eind v/d zomer - Gamla op de Golanhoogte, dat voor de Romeinen bijzonder belangrijk was, omdat het op de weg van de Joden naar hun geloofsbroe-ders in Babylonia lag, die buiten 't machtsbereik v/d Romeinen woonden. Met de val van deze steden was geheel Galilea i/d handen v/d vijand gekomen. De weg naar Judea & Yeroesjalayiem lag nu helemaal open voor Vespasianus. Enkele van de Joodse legeranvoerders van de belegerde steden kenden 'n beter lot dan Josefus. Al voor de val van hun steden wisten ze te ontvluchten naar Yeroesjalayiem. Maar Vespasianus nam de tijd voor veroveringen. Hij wilde geen enkele fout maken: eerst veroverde hij alle ge- bieden rondom Judea. Hij stuurde zijn troepen naar Samaria {Sjomron}, waar hij wist te voorkomen dat de Samaritanen zich bij de opstand zouden aansluiten, en daarna naar Transjordania, waar hij in ieder geval de verbindingswegen naar Judea afsneed! Vervolgens trok hij met name langs de kuststrook verder naar beneden, waar hij de belangrijkste plaatsen & steden zoals Yafo, Javne & Asjdod veroverde. Voor de kust van Yafo vernietigde hij de joodse vloot, die tot op dat moment de Romeinse scheepvaart zo gehinderd had. Zodoende konden daardoor de Joden niet langer meer rekenen op enige hulp vanuit de zee! Dit alles gebeurde nog in 't jaar 67. De joodse leiding keek lijdzaam toe bij de veldtochten van Vespasi-anus & in 'n interne strijd om de leiding begon ze zichzelf verder af te matten & te slopen. Terwijl in 't be-gin 't succes de leiding juist verenigd had, dreigde nu de nederlaag die eenheid weer te verbreken. Door 'n coup maakte de zelotische partij zich meester v/d leiding & ontnam ze de macht aan de aristo-craten, die tot dusverre de opstand geleid hadden. Veel gematigde kringen, met name de farizeeen, be-gonnen steeds weer meer te twijfelen aan 't succes van de hele onderneming. Om de Tempel & de Stad te kunnen redden, probeerden ze 'n uitweg uit de vastgelopen situatie te vinden. Waarschijnlijk werden ook in deze tijd de meeste z.g. Dode Zee-Rollen verborgen in de grotten & spelonken boven Qumran & tussen Sodom & Yericho: die kwamen pas 1888 jaar later weer letterlijk & figuurlijk 'op de proppen' in 'kannen & kruiken'! De inhoud ervan geeft 'n nadere invulling van de tot dan toe nog missende stukjes van de leg- puzzels van 'rond & jaar "0" & 't verloop van die 'eerste eeuw', met in 't midden de brieven van Sjapo & in de tweede helft 't ontstaan v/d 'euangeliums' zoals we die nu kennen & die 'de hele bewoonde wereld' tot nu toe hebben 'veroverd' gedurende de daarop volgende 2000 jaar. Genoeg voor vandaag I hope!