Terroristische beweging op het spoor.
Van jongs af aan heb ik me mateloos geïnteresseerd voor allerlei soorten geheimtaal. Met buurtgenootjes richtten wij een klein bondgenootschap op in het houten huisje in de speeltuin, waar wij slechts onverstaanbare klanken voortbrachten. Toch konden wij elkaar begrijpen. Waar het voor de anderen bleef bij de conversaties in het 'clubhuis', breidde deze geheimtaal zich bij mij uit tot een obsessie. Buitenlandse talen kon ik steeds makkelijker ontcijferen zonder er enkele lering in gehad te hebben. Zo kwam het dat ik vanaf het begin van de middelbare school werkelijk uitblonk in de moderne talen. Mijn obsessie ging echter verder en zo kwam ik ertoe tijdens vakanties gezinnen af te luisteren en te bespioneren waar ik maar kon.
Op mijn 14e kwam ik de eerste West-Vlamingen tegen. Deze taal zou een dialect moeten voorstellen van het oorspronkelijke Nederlands, maar voor geen fatsoenlijke Nederlander was dit te verstaan. Ik heb me 3 weken lang achter de bosjes van hun appartementje verschanst om maar zo veel mogelijk van hun 'geheimtaal' op te vangen. Dit was de moeilijkste geheimtaal die ik ooit had geprobeerd te vertalen en bij het vertrek van het gezin, was ik niet erg veel wijzer geworden van hun woorden.
Het liet me niet onberoerd dat ik deze taal maar niet onder de knie kon krijgen. Op rustige dagen nam ik de trein naar West-Vlaanderen en kocht daar zo veel mogelijk dvd's van tv-series die in het West-Vlaamse dialect gesproken waren. Langzaam maar zeker begon het vermogen tot verstaan zich bij mij aan te dienen. Eindelijk was de knoop doorgehakt waarover ik mij 2 jaar lang had zitten frustreren. Deze taal was ook overwinnelijk voor mij en ik zou mij weer gaan vestigen op een nieuwe geheimtaal, het Noors ditmaal.
Toen ik een aantal jaren later bij vrienden in België verbleef, viel mij op een station een groepje van 4 haastig smoezende mannen op. Met mijn afluistertechnieken die ik in de loop der jaren steeds beter ontwikkeld had, kon ik begrijpen dat er in het West-Vlaams gefluisterd werd. In vlagen ving ik halve zinnen op, maar niet genoeg om te begrijpen waar deze mannen het nu precies over hadden. Wel werd mij duidelijk dat er voor hen die avond een vergadering op de planning stond; ook het adres was mij ter ore gekomen.
Onder het voorwendsel een avondfilm te gaan bezoeken, kwam ik die avond op het afgeluisterde adres aan. Op de plaats van bestemming bleek een bunker van metaalplaten te staan, waar een stuk of 20 mannen en vrouwen haastig naar binnen gingen. Ik vond een kier van een raam en settelde mij op de stapel stenen die daar - ideaal - opgestapeld stonden. Wat ik daar hoorde is niet voor kleine mensenoren geschikt, maar ik zal proberen te verhalen wat ik die avond te weten ben gekomen.
De reden waarom het West-Vlaams zo moeilijk te begrijpen is, is simpel. Alle West-Vlamingen zitten in een groot complot verwikkeld. In feite is West-Vlaanderen één grote terroristische beweging. Zij zijn echter niet uit op totale vernietiging of overname van de hele wereld, maar beperken zich slechts tot een veel kleiner doel: Nederland. Aangezien de Nederlanders Nederlands verstaan en op deze manier makkelijk achter hun plannen waren gekomen, is het West-Vlaams ontstaan. Deze terroristische beweging is al aardig op weg met het ontwikkelen van een mini-atoomboom, waarmee doelgericht Nederland te gronde kan worden gebracht, zonder dat West-Vlaanderen daarbij schade oploopt.
Omdat ik er zeker van was dat mijn bevindingen naar onze Belgen'vrienden' zouden uitlekken, heb ik besloten niet alles aan de grote klok te hangen. Met betrouwbare handlangers heb ik de anti-westvlamingenbeweging opgericht, waarvan ik het opperhoofd ben. Iedere donderdagavond om 8 uur stipt komen wij samen in een bunker, bestaande uit ijzeren platen. De exacte locatie daarvan zal ik niet verraden. Het enige wat ik van plan ben te zeggen met dit bericht is dat we op onze hoede moeten zijn voor onze zuiderburen. Ze doen zich misschien dom voor, maar dat zijn ze zeker niet. Tot nu toe hebben we onze zaken aardig onder controle, maar het is misschien alvast verstandig uit te kijken naar een verblijfplaats en een baan in het buitenland. Hierbij raad ik Noorwegen aan. De taal is niet al te zwaar om onder de knie te krijgen.
Jeananas, vrouw, 35 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende