Zie een wereld in diepe rouw.
Kale bomen, met een gespannen sfeer.
De hemel zo zwart, potdicht en grauw.
Maar zie uit die grijze wolken velden.
Vallen vlokjes sneeuw, naar de aarde die rouwt.
Deze sneeuw verspreidt als uit een sprookjes wereld,
vrede en licht om zich heen.
Langzaam zie ik haar rouw verdwijnen,
toegedekt door een hagelwit kleed.
Het witte donzen sneeuwkleed,
onttrekt de duisternis om me heen.
Peinzend kijk ik om me heen,
en zie ik een wereld smetteloos met een witte schijn.
Vraag dan me zelf; waarom moest deze aarde ooit zo duister zijn?
Maar kan het ook zo licht en vredig zijn.