Uitverkoop.
Als ik door de stad liep probeerde ik altijd precies met mijn voet binnen de tegel te stappen. Ik wist bijna altijd waarnaar ik op zoek was, dus op winkels letten hoefde ik toen niet. Ik ben nooit zo precies geweest, maar sommige dingen wou ik gewoon perfect. Ik dacht altijd dat ik jongens kon verleiden door de manier waarop ik loop. Ik was ervan overtuigd dat als ik zou oefenen met die stenen, ik binnen de kortste keren de allermooiste loop zou hebben. Bijna perfect. Toen wist ik nog niet dat perfectie niet bestaat. Zo had ik ook mijn perfecte idee over een ideaal, romantisch afspraakje met zo’n zelfde ideale en romantische jongen. Zo’n mooie ronde tafel met geurende, rode kaarsen en een maaltijd die hij speciaal voor mij klaargemaakt had en zou zeggen; ‘Dit is voor jou, alleen zal de smaak nooit zo lekker zijn als van jouw lippen.’ Dat hij me een kus zou geven en de meest liefdevolle blik in zijn ogen heeft. Dat was het droomplaatje, wat ik als kind altijd had.
Toen bestond het.
Laatst liep ik door diezelfde stad, met mijn voeten over alle lijnen heen. Ik wist niet meer waarnaar ik op zoek was en mijn droomplaatje was er ook niet meer. Een winkel was beplakt met een grote, opvallende sticker. ‘Uitverkoop’. Mensen hielden van uitverkoop, veel dingen voor weinig geld. Ik besloot te gaan kijken, zoveel geld had ik toch niet bij me. Ik snuffelde tussen de rekken, maar alle rijkere en mooiere meisjes waren mij allemaal voor. Tot ik een leuk shirtje vond, verscholen achter een wollen trui. Een van die meisjes trok hem woest uit mijn handen. ‘Sorry, deze is van mij.’ Ik haalde mijn schouders op en stapte over haar pumps heen. ‘Zie je wel, alles is te koop,’ hoor ik haar nog zeggen. Misschien had ze wel gelijk, misschien is alles te koop.
Nu een paar maanden later, de woorden van het meisje bij de uitverkoop vergeten. Mijn droomplaatje hangt boven mijn bed, omdat mijn bed de plek is waar ik droom. Die jongen op de tekening bestaat niet. Ik heb mijn eigen jongen. Op zijn manier net zo mooi als hem, alleen kan hij niet koken –wat niet erg is, het zou waarschijnlijk toch niks worden.- Een oude vriend van mij zei pas; ‘Mijn pa heeft genoeg geld, maar wilt me niet eens helpen een gitaar te kopen. Degene die ik nu heb is zelfs kapot!’ Ik ben iemand die niet alles zwart-wit ziet, alles heeft 3 of meerdere kanten. Bijna alles. Ik vond dit oppervlakkig gezien en de zin van het meisje schoot me te binnen. ‘Alles is te koop.’ Nee, dat is het niet. Dingen die niet te koop zijn kunnen toch kapot gaan. En als dat stuk is, is het niet meer te maken. Ik keek naar zijn foto. Op mijn tenen en de uiterste lichaamslengte pakte ik hem van de kast. Even voelde ik me hetzelfde kleutermeisje met haar jongensdroom, als die dagen vroeger in de stad.
Een nieuw verhaal begon te bestaan.
Jongbloed*, vrouw, 30 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende