Dingen die ik (n)ooit zal zeggen.
Ik ben nooit goed geweest in dingen loslaten. Niet in mijn eerste knuffel, toen ik daar te oud voor werd en weg moest doen. Niet in mijn poes, die ik al jaren had en te ziek was om door te leven. En niet in mensen. Iemand zei me ooit: ‘Als je van iets houdt, moet je het loslaten.’
Als ik van iets hou, wil ik het juist dichtbij me hebben. Jij deed het anders. Jij liet geen mensen toe, hield van niemand en hoefde niemand los te laten.
Je was ongelukkig. Er zijn 2 dingen die ik nog weet:
1) Die vrouw die altijd vertelde wat de bedoeling was.
2) Hoe zwak en kwetsbaar jij eigenlijk was als je muren wegvielen.
Ik ben wel goed in vertrouwen winnen. Ik ben ook goed in me vergissen in mensen waarvan ik denk dat ze te vertrouwen zijn. Zoals dat ene spreekwoord, die ik altijd vergeet, omdat de waarheid daarvan te hard klinkt. Ik brak door je muren, zoals jij eigenlijk vanbinnen brak.
Je liet jezelf zien en het speet je meteen, op datzelfde moment. Het duurde niet lang.
Niet veel langer dan een dag waarop alles fout gaan en het drie keer zolang lijkt.
Ik herinner me die vrouw. Ik weet niet meer zoveel van haar. Maar vanaf toen was je weg.
Zoals de zon achter de wolken verdwijnt, verdween jij. Je muren werden hoger, ik dreef verder weg en niks was er nog over. En toen was er die vrouw weer. Zo snel als ze kwam, zo snel ging ze en weer was jij weg. Nog verder. En toen was ik weer terug bij af. Slecht in loslaten. Jij die ik moest loslaten. Misschien heb je er geen last van, misschien zeg je niks, door die muren dringt niks heen. Soms denk ik erover je een brief te schrijven. Misschien dat je het begrijpen zal. En ik zal (n)ooit zeggen hoe verschrikkelijk ik je mis.
Ik zal (n)ooit zeggen dat ik je niet los kan laten. Ik zal (n)ooit zeggen dat ik nog steeds van je hou. Ik zal (n)ooit zeggen dat ik hiervan geleerd heb en je zal laten gaan.
Ik zeg (n)ooit (n)ooit.
Jongbloed*, vrouw, 30 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende