...~verhaal~: het sprookje...
Hmm... tja... een soort van fictief probeersel ???
“Ik ben op zoek.”
Twee grote blauwgrijze ogen, identiek aan die van de spreker, keken haar stilzwijgend aan.
“Op zoek naar een sprookje,” ging ze verder. “En niet zomaar een sprookje, nee, mijn hele, eígen sprookje.”
Het knipperen van de ogen was de enige reactie die ze kreeg.
“Een sprookje met magie.” Bedachtzaam bracht het meisje haar vinger na haar lip terwijl ze na dacht over de woorden, die zouden beschrijven wat ze bedoelde. “Ik hoef niet de hele tijd blij te zijn in dat sprookje, want dan zou het zo gewoon worden dat ik niet eens meer wist dat ik blij was. Dus zal ik soms moeten huilen, maar dat is niet erg, want ik zal altijd weer blij worden, hoe onmogelijk dat ook lijkt op die momenten.”
De ogen keken ernstig terug naar het meisje dat zo opgewekt over haar niet bestaande sprookje sprak.
“Een sprookje met een soort magie, dat we liefde zullen noemen.”
Langzaam ging een donkere wenkbrauw omhoog.
“Liefde,” herhaalde het meisje koppig. “In dat sprookje heb ik een heel avontuurlijk leven met verdriet en blijdschap. Met liefde en soms met haat. Vrienden die me helpen het kwade te verslaan. Het kwaad noemen we dan ‘twijfel, onzekerheid en jaloezie’.”
Opgewonden klapte het meisje in haar handen toen het verhaal zich in haar hoofd begon te ontvouwen. Een klein lachje vormde zich om de mond van haar luisteraar, maar of dat om haar gekke gedrag of ter goedkeuring van haar sprookje was wist het meisje niet.
“Die vrienden zullen met me mee reizen om me te helpen op mijn tocht. Sommige zullen bij me weggaan en me verdriet doen, maar er zullen andere komen om me te troosten. Er zullen zelfs zijn, die later helemaal geen vrienden blijken te zijn, maar hopelijk niet te veel. Ik zal hen helpen en als ik het hen vraag helpen zij mij. Ik zal van ze houden en zij van mij.”
Ze tilde haar hand op en hield hem tegen die van haar luisteraar aan terwijl ze de beloofde deed.
“Ik beloof je het wordt geweldig. Jij zult me helpen. Samen zullen we door de wereld reizen. Het wordt een heel avontuur en als we er veel later op terug kijken zullen we ervoor zorgen dat we geen spijt hebben.”
Vele jaren later, toen de scheefstaande tanden van het meisje waren vervangen door nette witte rijen van tanden, haar poppen van toen vervangen door boeken en andere dingen die haar interesseerden, toen het meisje iets van de wereld had gezien, er door getekend was en er van had geproefd, keerde ze terug naar haar luisteraar.
“Ik heb gekregen waar ik voor wenste.”
De ogen waren niet veranderd in al die tijd en keken haar nog even ernstig aan als toen.
“Ik heb vrienden gekend, liefde, haat, verdriet en blijdschap. Ik heb ook pijn gekend en helaas ook spijt. Het was veel erger dan ik me ooit had voor gesteld en tegelijkertijd zoveel beter. Maar een sprookje is het nooit echt geweest. Ik besefte toen niet hoe naïef ik was toen ik daarvoor wenste.”
De ogen straalde een rust uit die leek te zeggen dat ze haar begrepen.
“Ik wil niet langer een “en ze leefde nog lang en gelukkig”.”
Ze glimlachte, misschien maar een heel klein beetje weemoedig.
“Jij was er bij en hebt me er door heen geholpen. Jou kon ik alles zeggen wat ik voelde zonder dat je me uit lachte. Je was me steun en toeverlaat. Mijn beste vriendin en mijn ergste vijand. Dank je voor alles, ik hoop dat je me blijft helpen in de rest van mijn leven.”
Ze legde haar hand op de spiegel en raakte zo de hand van haar luisteraar aan.
“Blijf bij me.”
Ze knikte.
“Ik weet zeker dat we samen van ons leven iets veel mooiers kunnen maken dan een sprookje als wij maar in elkaar geloven.”
PureHope, vrouw, 119 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende