Ken je dat gevoel? Je hebt iets dierbaars, iets wat je koestert, waar je zuinig op bent. Waar je voor zorgt, met zorg en liefde een bijdrage aan levert.
Iets wat, geheel ongemerkt, een belangrijk deel van je leven is gaan worden.
Iets waar je vrienden hebt gemaakt, liefdes hebt gevonden, lief en leed hebt gedeeld.
Iets waar je eigenlijk altijd wel een beetje van hebt gehouden.
En dan maken anderen het stuk.
En dan ben ik boos. Verbitterd. Verdrietig. Want wat voor mij mooi was, veilig, warm, een zeker deel van mijn leven, is er gewoon niet meer. Niet meer zoals ik het ken.
Eigenlijk ben ik zo boos, dat ik het zelf zou willen vernielen. Als anderen er niet net zo zorgvuldig mee kunnen omgaan als ik, dan moet het er maar gewoon niet meer zijn.
Ik zou het willen kapot gooien, aan diggelen smijten, hard tegen de muur te pletter willen zien slaan en de mooie herinneringen voor altijd opslaan in mijn hart, hoofd en handen.
Voor het eerst, ben ik werkelijk, intens geraakt door de onzorgvuldigheid van anderen. Zij hebben MIJN veilige plek vernield. Alleen IK mag mijn veilige plek vernielen.
Alleen ik.
Jemig, wat ben ik woedend, verdrietig... poeh... ALLES.