Als ik probeer aan te raken,
verpulver ik slechts lucht.
Terwijl je daar toch staat.
Probeer je hand te pakken.
Maar je hand glijdt bij me weg.
Als ik je wil volgen,
ontspoor ik elke keer weer.
Als ik kijk in je gezicht.
Zie ik je ogen vonkelen.
Maar dit brengt me niet dichter bij je.
Als jij me aankijkt,
Ervaar ik hetroekeloos,
kloppen van je hart.
Beleef je aanwezigheid.
Maar je blijft onaanraakbaar.
Je bent ongenaakbaar,
maar toch zo dicht bij me.