(16) Appeltaartdrama
Aangezien afgelopen nacht een van de verpleegkundigen haar laatste dienst had in deze kliniek besloten we met de groep twee taarten te maken. Appeltaart en monchoutaart. Ik had samen met een vriendin de boodschappen gedaan en beide taarten gemaakt, de anderen hadden geen zin in taarten maken.
De monchoutaart was goed gelukt en zag er heel mooi uit. De appeltaart was ook wel goed gelukt, alleen die heeft net iets te lang in de oven gezeten waardoor die een klein beetje verbrand was. Die vriendin en ik besloten met een mes het verbrande eraf te schrapen. Daarna hielden we de taart een beetje schuin zodat het verbrande van de taart afging. Maar aangezien de taart nog niet afgekoeld was zakte die helemaal in elkaar. We besloten de taart zo goed mogelijk weer in elkaar te zetten, dat het toch nog iets was.
Een verpleger kwam eraan. 'Jammer dat de taart in elkaar is gezakt, maar dat je nu zo zit te kliederen met die taart....' zei ze op een nogal straffende toon. Al snel was de lach van mijn gezicht verdwenen en liep ik jankend en boos weg. Ik liep naar het computerkamertje aan het eind van de gang. Als ik daar nou in het hoekje ga zitten en de lampen uit laat heeft niemand door dat ik daar ben. Dat is wel de laatste plek waar ze me zullen gaan zoeken. Ik hoorde stemmen op de gang. Ze zochten naar me, ze dachten dat ik naar buiten weg was gelopen. De verpleger deed snel de deur dicht zodat ik, als ik toch nog niet buiten was, niet meer naar buiten kon. De kliniek hier is besloten, dat houdt in dat je in principe niet opgesloten zit, tenzij er iemand flipt.
Na zo'n vijf minuten had de verpleger me gevonden, zittend in een stoel in een hoekje met mijn benen voor mijn hoofd. Ze vroeg me of ik met haar mee wilde lopen naar het kantoor. Ik weigerde. Vervolgens pakte ze me aan mijn arm vast en probeerde ze me een beetje mee te trekken naar het kantoor. Ik stribbelde tegen. Ze vroeg me of ik mijn handen en benen voor mijn hoofd weg wilde doen. Ik weigerde. Ze probeerde mijn benen voor mijn hoofd weg te halen. Ik stribbelde tegen. Pas nadat ze me een preek had gegeven over dat ik met deze houding niet aan mezelf kon werken besloot ik met haar mee te lopen naar het kantoor.
In het kantoor praatten we over wat er was gebeurd en wat er in mijn hoofd omging. 'Ik haat mezelf om het verpesten van de taart en wil mezelf kapot maken en dood gaan.' zei ik. Na een tijdje praten voelde ik me al wat beter. Volgens de verpleger doe ik mezelf te kort en ben ik veel te streng voor mezelf. 'Als je in zo'n situatie al zo heftig reageert, hoe heftig reageer je dan wel niet als er een keer écht iets ergs gebeurd?!' zei ze. Achteraf besef ik me wel dat het nergens op slaat. Een taartje is in elkaar gezakt, en ik flip 'm helemaal.
Naja, whatever, de rest van de avond was erg leuk. Iedereen vond beide taarten heel lekker geworden.
Pelientje, vrouw, 27 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende