38880.DC66 En Dáár Wàs Híj Dàn, Sjim’on De Rèchter

HIJ MARCHEERDE
MÈT DE RÈST VAN HET SANHEDRIN
DE HÀL BÌNNEN! Híj wàs íemand gewòrden voor wie Judas moest búigen.

Beeldde Yehoedah zich ìn dat hùn blikken elkaar éven kruisten toen Sjim’on plaatsnam?

Zou Sjim’on wéten dat híj degene was die YUD hàd uitgekozen òm met die doorn te vergiftigen?

‘Hier bèn ik.’ YUD was blijkbaar zó in beslag genomen dat hij niet gezíen hàd DÀT YESJ naast hèm stond! Hij hàd ‘t kooitje met duiven in z’n hand. YUD vroeg: “BEN JIJ NU KLÁÁR ÒM JOUW RÒL TE SPELEN?” ‘Als G d ‘t wìl,’ antwoordde Yesj. DÀT wàs níet het goede antwoord, maar ‘t kòn er nog net mee dóór! De eerste aanklagers naderden de lange tafels waaraan de rechters zaten.

Ze gebaarden òm hùn klachten kracht bij te zetten. Yud greep Yesj bij de àrm & trok hèm mee door de menigte.

Hij riep luid òm rechtvaardigheid terwijl hij ‘t vogelkooitje boven zijn hoofd hield.
“HELP ME, HÉREN! IK BEN BEDROGEN! MIJN OFFER IS BEZOEDELD!”

YUD deed iemand van ‘t platteland na & boog overdreven voor de rechters die nog méters van hèm vandaan waren! De toegestroomde menigte wilde hèn er niet dóórlaten, maar Yud schreeuwde harder & overtuigender dan de rest?! Hij rolde paniekerig met z’n ogen, schuim verzamelde zich in zijn mondhoeken... “ZÍE JE WEL? ZÍE JE WEL!?” riep hij klagend. “ZE HEBBEN ME SMERIGE VOGELS VOL ZIEKTES VERKOCHT. MIJN KIND ZIT VÒL ZWEREN, ALLEEN AL VAN HET ÁÁNRAKEN VÀN DE VÓGELS!”

Mensen deinsden achteruit. De tempelbewakers waren TÉ vèr wèg òm op tijd bij Judas te zijn. Hij kwam binnen gehoorsafstand van de rechters, maar ‘t voorval interesseerden hèn helemaal níet.

Met verveelde gezichten knabbelden ze gedroogde vijgen èn olijven èn ze wuifden met hùn handen over de honderden kleingeestige zaken die ze elke dag behandelden......

boos
15 jul 2020 - bewerkt op 17 jul 2020 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van Asih
Asih, man, 79 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende