39302 gk 133 Het was in die tijd dat koning Achisj
MIJ BIJ ZICH RIEP
EN HET WAS ME BANG TE MOEDE!
Ik zei tegen zijn bode dat ik nu te oud en té móe was, dat ik tot niets meer in staat was
en dat ik op mijn oude dag ? in rust & ✌️ ☮️ rùst & vréde hoopte door ? te brengen,
maar ‘t hielp helaas níet! De bode KWAM WEER TERUG, DIT KEER NIET MEER MET ‘N VERZÓEK, maar met ‘n bevèl: ik móest me nú zó mèlden ìn het paleis! Ik ging & werd onmiddellijk door de ? koning ?ontvangen! Ik nàm meteen het woord omdat ik geen zin had om braaf te?lúisteren & opdrachten te ontvangen, laat staan klakkeloos te aanvaarden
die me eigenlijk tegenstonden?!
Ik zei:
“MAJESTEIT VAN EEN KÓNING,
ú heeft me de vorige keer naar Israël ?? gestuurd als úw àfgezant, terwijl ú tegelijkertijd áánviel! Dáármee heeft u me in een positie gebracht ? waarin ik
niet graag opnieuw zou willen zitten!?”
‘Heer Serayah,’ zei de ? vorst, ‘ú heeft in Israël blijkbaar zó’n góede náám
DÀT men ú dáár vorstelijk behandelt! Hóe kòmt dat?’
“DÀT KÒMT VOORNAMELIJK DOOR MIJN VROUW, ABIADDANA,
DIE DÁÁR GEZÍEN WÒRDT ÀLS ‘N HALFGODIN,” stamelde ik.
‘Èn waardoor nòg méér?’ vroeg de ? koning.
“OMDAT WE BEGRIP HEBBEN VOOR EEN VÒLK
DAT IN VERZÈT KÒMT TÉGEN ZIJN ONDERDRUKKER!”
‘Ìs ‘t ú dan níet bekènd DÀT WÍJ níet ònderdrùkken,
maar òrde proberen te brengen in een òrdelóós lànd èn dat de bewóners vàn dat lànd
dáár àlléén maar báát bij hebben?’
“NÉÉ MAJESTEIT,” zei ik, “DÀT ÌS MÍJ NÍET BEKÈND!”
Tot m’n grote verbazing
schóót de vorst in de làch & vroeg vervolgens:
‘Is het u dàn bekènd
DÀT ú ònverbéterlijk bènt?’
“JA MAJESTEIT, DÀT
IS ME BEKÈND!”
????
Asih, man, 79 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende