Dagboek van het einde van de wereld

Op de eerste dag van het einde van de wereld
Werd ik wakker met een brok in mijn keel
De rode kater op de bureaustoel
Keek mij beschuldigend aan
Alsof ik degene was die een oordeel vellen zou
Over de zielen op de straten buiten,
Toen stond het dier op, piste in mijn hoed
Opende de deur en liep statig naar buiten.

Naast mij opende Jehanne haar ogen
Vol leedvermaak keek zij naar de zwarte wolken
Die zich verzamelden voor het raam,
En de krioelende massa’s daar onder.
Ze sprak zachtjes tot mij in een onbekende stem:
‘Mijn vriend’ sprak ze ‘onze tijd is nog niet gekomen
Kijk toch naar de torens die verkruimelen
Het is slechts de oude wereld die vergaat’.

Ook de zwerverprofeet op de straathoek
Reeds lang mijn trouwste adviseur
In zaken van liefde, dood en financiën
Greep mij bij de schouder en beet mij toe:
‘Kijk om je heen in plaats van naar de hemel boven je
En zie wat jullie in je poëtische waanzin
Teweeg hebben gebracht op deze aarde
Waar zal ik nu nog mijzelf kunnen versterven?’

En terwijl mijn leven zich voortsleepte
Gewond op zijn knieën door de modder
Die de aarde uitbraakte over deze gedoemde stad
Opende zich boven mij de hemel, door de wolken
Viel een dunne straal licht, die mij beroofde van de mogelijkheid
Mijzelf ten onder te laten gaan in de verwelkte weerspiegeling
Van mijzelf in het water, omdat ook het einde van de wereld slechts
Een beperkt einde is, en elke mens een nieuw begin.

24 jan 2009 - bewerkt op 24 jan 2009 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van Wolfe Tone
Wolfe Tone, man, 39 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende