in een wereld die draait om geld en macht
kijk ik niet meer naar de mens
nee ik zie slechts de groene wereld
mooie groene verschillen
in blad en boom
ik zie de wereld
en hoor de mensen
ik veracht mezelf
als ik net als hen
kijk met lustige ogen
ik zie de wereld
in alle kleur
en verbaas me steeds nog
over de wolken en de bloemen
de druppels aan de bladeren
en de mist over de weilanden
mensen kijken met lustige ogen
onrustige ogen
grillige ogen
en ik kijk koud
want mensen doen me niet meer zo veel
en dat waar ik van geniet
zoals de wolken en duinen
de zee en de maan
al die mooie dingen
zie ik door mensen handen vergaan
en dan is er geld
macht en rijkdom
maar t is niet aan mij besteed
ik vind het allemaal maar stom
en laat me niet meer verleiden
slechts door een droom in de nacht
wetende dat ik nuchter wakker word
en zelfs dan is de nachtmerrie zacht
wetende dat het leven zo hard is
omdat ik het weet
lijk ik t niet te voelen
koud en grillig lijk ik
koud en nuchter kijk ik
maar ik weet
dat er een klein vlammetje
verwoed brandt
omdat ik nog wel voel
dat ik het niet zo goed voel meer
mensen doen me niet zo veel
want ze voelen niet zo veel
ze voelen niet zo diep
niet zo diep
als de schulden die ze maken
bij moeder
die ik zo goed voel
als ik haar in de bladeren,
wolken, landerijen, en wateren bekijk
in haar gras en rotsen
in de bossen en velden
ik zie haar triest heid
in het grauw van de stad
moeder
ik heb je lief
en de maan
mijn lieve vriend
jij kijkt op me neer
maar nimmer neer kijkend op mij
jij bent de steen de je niet wilde zijn
en ik weet
soms doet de afstand
zoveel pijn