De waarheid van de tedere troost


Eerst de stilte. De ogen kijken even blind in de nacht, en dan komen de tranen.
Hij slaat zijn arm om haar heen. Hij had dit al geweten vanaf het moment dat hij naast haar neerzeeg. Hij voelt het schokken van haar schouders tegen zijn arm, terwijl zij haar gezicht afschermt. Hij wil haar sussen, haar toefluisteren dat het al goed is. Maar hij weet dat het niet waar is; het is niet goed. Dus hij zegt alleen maar ach ach, en wrijft haar zachtjes over haar rug.

Hoe lang zou dit gaan duren? Te oordelen naar de heftigheid van haar verdriet zal het huilen nog wel even aanhouden. In zijn hoofd besluit hij niet weg te gaan zolang het meisje huilt.
Hij voelt haar warme lichaam trillen naast hem, en hoort het ongelijke, zachte huilen.

Ik heb het koud, beseft hij. Ik zou een jas moeten gaan halen, in mijn tent ligt een warme jas. Zou zij het ook koud hebben? Dan kon ik voor haar ook wat warms meebrengen. Maar hij beweegt niet. Hoe moet ik haar troosten? Ik weet toch niet hoe ik een huilend meisje moet troosten? Ik zal haar maar laten uithuilen, dat is vast het beste.

Ik moet ook nog eens pissen, denkt hij. Ik hoop niet dat het nog lang duurt. Tegelijk ergert hij zich echter aan zijn eigen egoïsme. Ik ben hier om haar niet alleen te laten zijn. Toch voelt hij zich allerminst de troostende hand. Hij voelt zich vooral misplaatst.Twee vriendinnen van haar lopen langs. Zie het, denkt hij. Zie dat zij huilt, kom naar ons toe, omarm haar, troost haar. Ze lopen door.

Had hij iets anders kunnen doen? Haar voorliegen? Nee, dit was het beste. Het meisje had niets doorgehad. Niet toen hij zei even te willen praten, niet toen hij moeizaam begon te zeggen dat ze een heel lief meisje was. Pas bij de maar had hij haar gezicht zien veranderen. En nu zou ze nooit meer ophouden met huilen. Haar tranen zouden een rivier vormen die zou stromen tot zijn huis. Zij zou zo lang huilen tot zij leeggehuild was. Leeg als een veenlijk.

Hij kijkt naar zijn schoenpunten, ze zijn nog droog.

Hij durft haar niet aan te kijken. Zou zij niet liever alleen zijn? Hij durft het niet te vragen, bang voor haar reactie. Dus blijft hij maar zitten. Hij wordt steeds vastbeslotener haar niet te verlaten en klemt zijn arm vaster om haar heen. Zijn schouder is gevoelloos van de omarming.

Ik zou wat moeten bewegen, denkt hij, dan kon ik weer makkelijker naast haar zitten zonder pijn te hebben.

Hij schuift wat ongemakkelijk heen en weer op het vochtige houten bankje.
Het schokken naast hem houd langzaam op. Zij recht haar rug en kijkt hem neutraal aan. Hij weet niets beters te zeggen dan dat het koud is.
- Misschien kun je beter een jas halen..-
Het meisje knikt.
- Zal ik meelopen? -
Ze schud haar hoofd, en staat op.
Hij blijft zitten en kijkt haar na. Dan begeeft hij zich naar de bar. Aan een jas heeft hij geen behoefte meer.
04 sep 2008 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van Wolfe Tone
Wolfe Tone, man, 39 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende