De wolken boven mijn straat
Sla me
Schop me
Vervloek me
Verneder me
Maar zie me.
[Met je ogen,
[Met je hart,
[Met je ziel,
en je lichaam]
Ooit schreef ik:
‘Ik loop op de wolken,
soms trap ik er doorheen
en raak licht,
de aarde.’
Ik ben er nu gebleven,
Voor jou.
En de wolken hebben zich boven mij gesloten,
een zwart dekbed gevormd dat mij gevangen houd,
gevangene van mijn liefde.
(Nee mijn ego,
(Nee mijn lul,
(Nee: van mijzelf.)
Ik blijf mijn poëtische waanzin,
uitbraken.
Sla me
Schop me
(‘zolang jij maar gelukkig bent’)
Vervloek me
Verneder me
(‘wat goed is voor jou is goed genoeg voor mij’)
Zie me, nu!
Anders zal ik nooit,
Geleefd hebben,
Nooit bestaan,
Nooit geboren,
Nooit verwekt.
Ik verbrand in stille woede (ciara cha cha cha)
Al mijn naïeve liefdeswerk,
En zie dat de rook jouw beeld opbouwt,
En dan de ander.
[Dit lieg ik liefste (dat woord: ik sterf!)
ik heb de ballen niet het verleden aan te vallen; zie daar mijn noodlot,
mijn doem.]
Ik zie zo vaak,
Mijzelf,
Liefdevol,
Teder zelfs.
Ik:
Die de wereld haat, en jou, en mijn vrienden,
En bovenal,
Dieper dan alles
Mijzelf hartgrondig haat!
[Ach je weet wel dat ik overdrijf, en je zult
geen moeite hebben mijn pathetisch bombast
resoluut naar de papierbak te verbannen.]
Al deze bittere woorden,
Waarom?
Om je te zeggen dat ik van je houd?
Je mis?
Ik mis je niet.
Ik mis mijzelf,
In de rol van geliefde
Ik mis mijzelf,
In de minaarsrol.
De rol van bittere, eenzame man,
Past mij slecht,
Maar ik ben het wel.
De rol van vergevende vriend,
Is een masker,
Mijn goedpassend doodsmasker.
Zie mij liefste,
Zie mij voor wie ik ben,
In plaats van wie ik speel.
Sla me
Schop me
Vervloek me
Verneder me
Maar zie me,
Nu
Naakt.
Wolfe Tone, man, 39 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende