Dekbed.

Slapen. Een van de dingen waar ik altijd het meest tegenop zie, omdat dat meestel betekent dat het nacht is. Ik hield van de nacht. Altijd gedaan. Ik zou er nog steeds van houden, als ik er niet zo bang voor was geworden. Ik herinner me de tijd nog dat ik nergens bang voor hoefde te zijn. Of eigenlijk helemaal niet, dat is te lang geleden. Zodra het begint te schemeren kruip ik het liefst helemaal weg onder de dekens. Want dat ik bang ben voor de nacht, heeft niks te maken met dat het dan donker is. Donker is een van mijn stille liefdes. Omdat niemand dan kan zien wat je denkt en wat je voelt. Zonder dat iedereen vraagt wat er mis is, kun je gewoon wat tranen gevoelloos over je wang laten lopen. Ik zoek vaak naar woorden, probeer mijn gevoel eronder te schuiven. Verschillende pennen geprobeerd, alle kleuren en alle merken. Dit geldt ook voor toetsenborden. Het lijkt wel alsof alle woorden compleet wegwaaien uit het raam, die openstaat, omdat ik het warm heb. Warm…ik weet nog dat ik met jou op dat strand was. De zon was op zijn heetst en ik liep met jou over het strand, hand in hand. Een koele wind streelde onze ruggen, zodat we de hitte niet voelden. Het zand zat tussen mijn tenen en knisperde heerlijk onder mijn, net in de zee gedompelde, voeten. Bij jou ook, overigens. Toen we eenmaal thuis waren, zagen we hoe erg we verbrand waren. Mijn huid was vuurrood en je plaagde me door je vinger erop te drukken, zodat een witte afdruk achterbleef. Het deed pijn. Maar het kon me niet schelen, niets kon ons toen schelen.



Nachten zijn nu eenzaam en dat is waarom ik er bang voor ben. Ik haat het om alleen te liggen, zo klein te zijn en mijn bed zo groot. Soms loop ik naar de spiegel, om me niet alleen te hoeven voelen. Ik staar in, mijn eigen, groene ogen, die eindeloos terugstaren. Ik weet nog die keer in jouw kamer. Het zag eruit als een perfecte filmset, alles keurig op zijn plaats en ik had nog nooit zo’n mooi opgemaakt bed gezien. Geen kreukel. Ik liet mijn handen glijden over jouw zijde dekbedovertrek, die mij altijd warm hield. Daar, op die plek, had ik wat tranen laten vallen. Als ik goed kijk en mijn geheugen erbij haal, zie ik nog wat zwarte vlekken zitten, van de uitgelopen mascara. En daar, op die plek, zocht je me altijd op, als je niet slapen kon en je jezelf te oud vond geworden voor knuffeldieren. Ik lig nu in mijn eigen bed, lang niet zo mooi als die van jou. Kruip weg onder mijn eigen dekbed, biddend, dat de nacht snel over zal zijn. Dat ik me in de mensen kan voegen, zodat het niet op zou vallen dat ik alleen was. Dat ik naar mijn vrienden kon lopen, ze kon omhelzen en zeggen dat ik goed geslapen had, mooie dromen heb gezien. Dat ik al die tijd alleen heb gelegen, hopend op vliegende uren, zal ik ze nooit vertellen. Niet dat ik het ooit geprobeerd heb, maar ze zullen het vast niet begrijpen. Mijn dekbed en ik, het is ons geheim.
22 dec 2009 - bewerkt op 22 dec 2009 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van Jongbloed*
Jongbloed*, vrouw, 30 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende