Hierbij de derde scène van mijn toneelstuk De zot, de Duivel en de Liefde.
Voor de mensen die de eerste twee scènes gemist hebben:
Eerste scène:
http://www.mydiary.nl/lees.asp?dagid=392664 Tweede scène:
http://www.mydiary.nl/lees.asp?dagid=405094 Acte I Scène III Een grote, wat ouderwetse burgerlijke huiskamer
(Mevrouw Morrisot, de Nar)
Morrisot: Een clown! Een pierrot! Niets meer dan een pierrot is hij! Een pierrot die als een dolle hond achter een heks aanloopt, die op haar beurt wanhopig een holenmens achtervolgt! Wat een circus! Wat een volslagen zotte klucht!
Nar: Het is beter om een klucht te lachen, dan je erover op te winden.
Morrisot: Als ik lach is het met de lach van een wolf. Die clown, hij verdient haar niet!
Nar: Wie kan zich nu druk maken om een man met verf op zijn gezicht? Een man met een rode neus? Een man met niets dan grapjes?
Morrisot: Ja lach jij maar, dat is je beroep.. Maar Tiara houdt van hem. Mijn dochter houdt van een pierrot! Nu, als ik haar dat niet uit haar hoofd kan praten, laat hij dan in ieder geval Tiara eeuwig trouw zijn!
Nar: Toe maar, en nog op een wit paard ook?
Morrisot: Piere houdt wel van haar, alleen die heks van een Bella, met haar pathetische dramatiek brengt zijn hoofd op hol.
Nar: Zit zijn hoofd zo laag dan tegenwoordig? De liefde is wel gedevalueerd zeg.
Morrisot: Ach oude dwaas, omdat jij zoveel hebt meegemaakt moet je niet denken dat je alles weet. Ik ben niet blind genoeg om mijn dochter boven de schoonheid van Bella te plaatsen. Maar het is niet haar lichaam, haar lach of haar ogen die Piere achter haar aan doen lopen. Elke verleider wenst dat wat hij niet kan krijgen.
Eén nacht zal haar magie doen verdampen… maar ik zal hem dat mijn dochter niet laten aandoen! Bella moet verdwijnen, en wel nu!
Nar: Het is werkelijk bewonderenswaardig hoe u uw dochter behoedt voor het gevaar van zelf een beslissing te moeten nemen.
Morrisot: Jouw spot zal nog een keer je ondergang zijn.
Nar: U vergist zich; mijn spot is mijn redding, in tegenstelling tot uw sarcasme. Maar ik wil u altijd graag tot dienst zijn, dus hierbij mijn serieuze inbreng: Tiara is bij mijn allerbeste weten op de volledige hoogte van Piere’s avances, en welzeker bijzonder goed van zijn verleidingskunsten mag ik wel zeggen. Mijn bescheiden persoontje ziet deswege niet in waarom uw ruimschoots volwassen dochter niet in staat zou moeten worden geacht zelf haar liefdesleven te ordenen naar haar wil.
Morrisot: Houd jij je maar bij spottende opmerkingen: voor redevoeringen ben je niet geschikt.
Nar: Noch bevoegd.
(Tikt tegen zijn zotskap.)
Morrisot: Zij denkt dat het allemaal maar een spel is. Een clownsact van een man die geen andere manier weer om Bella op te vrolijken.
Nar: En is het heel arrogant van mij te veronderstellen dat ik al weet wat uwe meest doorluchtige redenaarster naast Aristoteles hier mis mee vind?
Morrisot: (Hem negerend.) Maar hij meent het, hij wil haar niet troosten, hij wil haar bezitten. Tiara is voor hem niet meer dan een bevallige bezigheidstherapie. Een jong lichaam om zijn fantasieën over Bella op los te laten. En ze weet er niets van. Maar niemand behandeld Mijn dochter op zo’n manier! Hij zal met haar trouwen of hij zal het berouwen!
Nar: Mag ik u complimenteren met uw prachtige rijm? En mag ik Tiara complimenteren met de keuze tussen de rol van slet, of van naïeveling, die u haar geeft?
Morrisot: Mijn dochter is geen slet! Zij is misleid door die verleider met al zijn ervaring.
Nar: Maar zij profiteert eveneens van die ervaring; de enige uitstekende eigenschap van Piere naar het schijnt.
Morrisot: Wees gezegend dat je die kap draagt die je het recht geeft dergelijke zaken te zeggen van een kind uit de familie Morrisot! Mijn dochter is nog jong en onervaren, en makkelijk te misleiden.
Nar: Zij ligt nochtans niet meer in haar wieg… maar vertoeft in hele andere bedden..
Morrisot: Stil jij of ik zal je hoofd hebben!
Nar: Ach ach, een arme bultenaar…
Morrisot: De enige bult die jij hebt verberg je in je broek. Je denkt aan niets anders jij. Zoek eens een vrouw in plaats van je cynische geilheid over anderen te spuien.
Nar: De enige ring die ik mij kan veroorloven is een gordijnring, in tegenstelling tot uw geliefde Piere.
Morrisot: Piere zal mijn dochters toekomst verzekeren. Maar eerst moet die Bella weg.
Nar: Bellisima zal nooit aan hem toegeven, dus Tiara is veilig. Zeker met zulk een oppassende moeder.
Morrisot: Zolang hij in gedachten bij die heks is, zal hij Tiara nooit geheel toebehoren. Een lichaam zonder geest is niets waard. Bella moet weg, en daar ga ik voor zorgen!
(Ze beent weg. Morrisot af.)
Nar: Toen ik jong was begreep ik de bezorgdheid van de ouderen niet. Nu ik oud ben, begrijp ik de jongeren niet meer… en de ouderen nog steeds niet.
(licht uit)